De stem van Sara – Allerzielen

De stem van Sara – Allerzielen

Toespraak 3 november 2024 door Franck Ploum

Serie: De stem van vrouwen (5)

Gelezen: Genesis 23

1.
Op momenten van afscheid komt een mensenleven voorbij. Wanneer je leven een nieuwe wending neemt, ander werk, een nieuwe relatie, nieuwe woonplaats. Gebeurtenissen die impact hebben, momenten waarop je het ene loslaat en het andere omarmt, brengen met zich mee dat je kijkt naar hoe je leven tot dan toe is gelopen. Maar geen moment brengt een mensenleven zo sterk in beeld, dan de naderende dood of de dood zelf. De naderende dood laat je eigen leven als een film langs je heen gaan. De dood zelf brengt het leven van de overledene onder de aandacht van wie als nabije, dierbare achterblijven.

Het is een vreemde constatering dat de dood dus het leven in beeld brengt. Hoe het was, wat er van is geworden. Wat het gebracht heeft en wat juist niet, wat vervuld was en wat ongeleefd, wat goed en mooi was en wat pijnlijk en stekelig. Dat alles komt voorbij rondom de dood van een mens. Daarom is de dood ook zo veelvormig en kent ze vele emoties. Daarom ook kan de een in alle rust en vrede het leven loslaten en is dat voor een ander juist een enorm gevecht. Daarom kun je als nabestaande ook met dankbaarheid terugkijken, of jaren rond blijven lopen met een onvervuld gevoel, omdat er te veel vragen onbeantwoord bleven, te veel onuitgesproken bleef en te veel pijnpunten niet geheeld zijn.

Dat alles, van dankbaarheid tot en met al wat onuitgesproken bleef, komt ook op een dag als vandaag weer even boven. Voor de een is dat fijn, dan is de dode weer even heel dichtbij, en voor de ander is dat steeds weer pijnlijk, juist omdat je weet dat er geen antwoorden meer komen.

2.
Allerzielen een belangrijke dag. In een samenleving die geen tijd heeft voor de dood, die niet wil weten van de eindigheid van leven, in een samenleving die zichzelf voorbij rent in wat allemaal schijnbaar van belang is, maar in het licht van de dood als een zeepbel wordt doorgeprikt. Misschien dat ze juist daarom ver van de dood vandaan wil blijven. We zouden eens kunnen ontdekken dat niet wat de commercie of de economie of de sociale media ons voorhouden als geluk ook daadwerkelijk iets met de betekenis van geluk te maken heeft, maar dat juist hele andere zaken de geluksfactor bepalen: vriendschap, liefde, een veilig thuis, geborgenheid. We zouden eens kunnen ontdekken dat degenen die ons van alles voorschotelen als geluk ons juist van dat geluk afhouden, omdat ze daar belang bij hebben. Immers: wie echt gelukkig is heeft geen compensatie in spullen of aandacht meer nodig.

Allerzielen brengt ons terug naar onszelf en juist naar onszelf in onze kwetsbaarheid en gebrokenheid. Een dag waarop het weer mag, we het onszelf toestaan, om het verdriet van verlies te voelen en de tranen die daarbij horen de ruimte te geven. Een dag waarop ‘wat al zo lang geleden is, dat allang vergeten had moeten zijn’ (Jan Wolkers) weer vers mag voelen als de dag van gisteren.

Niet omdat we dat willen cultiveren, maar omdat het in sommige gevallen ook zo is. Met sommige vormen van verlies en dood is niet te leven en het verdriet daarvan draag je een levenlang met je mee. En niet dat het op elk moment je leven bepaalt of dat je daardoor niet meer aan leven toekomt, maar je weet dat het er zit en dat het op dagen als vandaag, of op andere cruciale dagen in het jaar de kop op zal steken. Allerzielen is een dag waarop je mag horen dat dat oke is, dat dat het leven is, dat die gebrokenheid je waarachtig maakt, dat de kracht juist te vinden is in die kwetsbare gebrokenheid.

3.
We laten dit jaar in de ekklesia de stem van vrouw klinken. Vandaag Sara. Nou ja, haar stem, we horen eigenlijk niets van haar, in elk geval helemaal niets van haarzelf. We horen alleen dat ze dood is en begraven wordt. Tegelijk is dat ook symbolisch voor de tragische plek die Sara in het hele verhaal van het boek Genesis inneemt: ze is eigenlijk niet meer dan het bezit van Abraham. Ze wordt in geen enkel besluit van Abraham betrokken, ze wordt alleen geconfronteerd met de gevolgen, de consequenties van zijn keuzes. En wat gebeurt er als je haar leven aan je voorbij laat trekken. Dan ontstaat er een niet benijdenswaardig beeld van en tweederangs vrouw, onvruchtbaar en speelbal van haar man. Een beeld dat wellicht past in de oudheid maar waarbij wij alleen maar hoofdschuddend kunnen luisteren.

Abram vertrekt naar een vreemd beloofd land, Sarai moet mee. Abram gaat naar Egypte, Sarai gaat mee. Hij komt terug uit Egypte, zij is erbij. Het zijn niet Abram en Sarai die vertrekken, die onderweg zijn, die fundamentele keuzes maken. Nee, dat is Abram en Sarai moet volgen. Abraham beschikt over Sara als over al zijn bezittingen. Hij zet zelfs haar schoonheid in om zijn eigen hachje veilig te stellen in Egypte waar hij Sarai presenteert als zijn zus. Bij de steeneiken van Mamre bespreekt Abram de toekomst met drie vreemdelingen, Sarai mag vanaf een afstandje toekijken. Hij is de gastvrije peer, maar zij staat in de keuken die gastvrijheid vorm te geven. En dan als klap op de vuurpijl: Hij besluit hun enige zoon Isaak op het slachtblok te leggen en in dat hele verhaal komt Sara niet voor.

Nu zeggen we altijd: ja maar het is geen geschiedenisboek, die bijbel. Het zijn verhalen! Ja dat is waar het verhaal van Abraham en Sara is een verzameling van volksverhalen uit allerlei tradities en van verschillende oorsprongen die niets met elkaar te maken hebben. Maar volksverhalen vertolken wel een denkwijze, een manier van doen, een cultuur waarin dus kennelijk de vrouw, Sara in dit geval enkel bezit was van de man en over haar eigen leven geen enkele zeggenschap had.

Maar stel dat je het wel als een doorgaand verhaal leest, zoals het ons voorgeschoteld wordt in dat boek Genesis, dan kun je wel de conclusie trekken dat het uiteindelijk Sara allemaal te gortig is geworden. Zij stapt uit haar situatie zou je kunnen zeggen. Het verhaal van haar dood wordt namelijk verteld direct nadat Abraham met Isaak de berg is opgegaan. Sommige Joodse commentaren schrijven dat het niet voor niets is dat die twee verhalen achter elkaar staan: na wat haar zoon is aangedaan is het voor haar geen leven meer.

En zegt het verhaal dan: ze sterft in Kirjat Arba en Abraham moet naar die plaats toekomen om afscheid van haar te nemen. Ze leefden dus los van elkaar. Hij verbleef kennelijk ergens anders dan zij, na alles wat er was voorgevallen.

Ze werd honderd jaar en twintig jaar en zeven jaren. Sara is de enige vrouw van wie de leeftijd bij sterven vermeld wordt. Bovendien een vreemde manier om iemands leeftijd aan te duiden. Ware het niet dat daarmee op subtiele wijze de bijzonderheid van Sara wordt aangeduid. Op allerlei plaatsen in het verhaal wordt zij geroemd om haar inzicht, haar schoonheid, haar innerlijke rijkdom. De Joodse Midraj zegt over deze leeftijdsaanduiding: Sara was op haar honderdste nog net zo mooi als een twintig jarige vrouw en net zo onschuldig als een zevenjarig kind.

4.
Het leven van Sara in de schaduw wordt in Genesis uitgetekend. Wat voor pijn en verdriet dit leven haar heeft gedaan, daar lezen we niets over. Kennelijk is dat niet interessant voor het verhaal. En tegelijk raken we hier ook aan de ervaring van heel veel mensen, in alle tijden: over de pijn en het verdriet van het leven wordt weinig gesproken. Soms op een sterfbed, vaak helemaal niet en wordt het in stilte meegedragen. Misschien omdat het zo slecht past in het geluksconcept van onze samenleving, in de idylle van het geslaagde leven. En dus lopen honderdduizenden met klachten van depressie rond.

Abraham huilde om Sara, was bij haar van aangezicht tot aangezicht. Het zijn de intieme beelden die we onszelf wellicht herinneren uit het afscheid van onze eigen dierbaren. Of voelen we juist het gemis hiervan in die laatste levensfase van een dierbare?

Na alles wat er is voorgevallen, vooral door zijn toedoen, gaat Abraham op zoek naar het mooiste graf. Niets is te veel, dit is het laatste wat je voor een dierbare of geliefde kunt doen: de laatste eer. En als je niet oppast voegen we daaraan toe: en over die dode niets dan goeds. En zo wordt het geluksideaal tot in de dood doorgetrokken. Terwijl er toch niets mooiers is dan afscheid kunnen nemen van iemand, met alles wat bij deze mens heeft gehoord. Met al dat moois, maar ook met alle rafelrandjes en stekels. Juist dat doet recht aan iemands persoon en aan iemands leven, als dat ook gezegd en benoemd en gedeeld mag worden en een mens herinnert kan worden zoals zij of hij was.

5.
Allerzielen is de dag waarop dat mag en kan. Waarop we ruimte maken voor alles wat afscheid van een dierbare of geliefde met zich meebrengt en oproept. En juist daarom kunnen we de gestorvenen daarna in het volle licht plaatsen