Rachab – stammoeder

Rachab – stammoeder

Toespraak Franck Ploum

Serie: De stem van vrouwen (7)

Gelezen: Matteüs 1,1-17

1.
We hoorden de ouverture van het evangelie volgens Matteüs. Voordat Matteüs het messiaanse, bevrijdende handelen van Jezus ter sprake brengt, wil hij eerst Jezus’ aanwezigheid in de geschiedenis ter sprake brengen. ‘De Genesis’ staat er dan, de wording! Voordat hij messias werd, werd Jezus mens, werd hij de persoon die hij was voordat of misschien wel waardoor hij aan zijn openbaar optreden en zijn bevrijdend handelen begon.

Hoe ben je de mens geworden die je bent? Wie hebben er een rol gespeeld in jouw menswording? Op welk fundament ben je gebouwd? Mensen spelen hierin een rol, generaties die aan elkaar leven doorgeven. Maar die mensen hebben ook weer hun eigen geschiedenis die meespeelt in dat wat ze aan de volgende generatie doorgeven. Dat maakt dat leven doorgeven, de menswording van kinderen, opvoeding, een ingewikkelde zaak is. Zo ingewikkeld dat het vaak goed gaat maar met grote regelmaat ook fout gaat, niet zelden ernstig fout. Kinderen worden tot leven geroepen, maar er zijn ook kinderen die worden verwaarloosd. Kinderen worden liefdevol omarmd, maar sommigen ook geschopt en geslagen, misbruikt. Kinderen bouwen voort op een stevig fundament, maar heel wat kinderen moeten het doen met wegspoelend zand of een wankele ondergrond. Een nieuwe generatie groeit niet alleen op met wat de generatie voor hen heeft opgebouwd aan levenskracht, liefde, wijsheid, inzichten, maar wordt ook geconfronteerd met de onkunde, de verwondingen en kwetsuren en al het onverwerkte verdriet en de onopgeloste pijn van die vorige generatie.

2.
Maar er wordt niet alleen leven, opvoeding doorgegeven, ook gebruiken, tradities worden van generatie op generatie doorgegeven. Dat zien we ook gebeuren in de geslachtslijst die Matteüs heeft samengesteld. Een hele reeks met namen, 3 keer 14. Hij verzon het niet zelf model niet zelf, dat bestond al.

Het model dat Matteüs voor de geslachtslijst van Jezus gebruikt past geheel binnen de kaders van de Tenach, de Hebreeuwse bijbel. Het evangelieverhaal van Matteüs is een Joodse tekst. We doen recht aan die tekst door het ook te lezen als een Joodse tekst, preciezer: als een vorm van midrasj, uitleg en actualisatie van de Tenach, de Hebreeuwse Bijbel. Daarom, net als in de Tenach, als ouverture, een geslachtslijst, dit keer niet met de verwekkingen van Adam tot aan Abraham om zo de wordingsgeschiedenis van het volk Israël te openen, maar met de verwekkingen van Abraham tot Jezus, om zo de messias vanuit de Hebreeuwse bijbel aan zijn messiaanse opdracht te laten beginnen.

Jezus komt uit de Tenachtraditie, daarin is hij opgegroeid en opgevoed. Dat heeft zijn denken gevormd, zijn kijk op mens en wereld bepaald, dat heeft zijn leven richting gegeven. Welke traditie heeft onze menswording gestuurd of wellicht zelfs bepaald? Katholiek of protestants? Socialist of atheïst? Met of zonder religieus besef? Zo eenduidig is het natuurlijk lang niet altijd, soms lopen levenslijnen dwars door tradities heen, heb je mogen proeven aan diverse richtingen, kennis kunnen maken met veelkleurigheid. Maar mensen hebben ook de ervaring van gesloten bolwerken. Soms met alle gevolgen van dien. De ervaring van een verstikkend geloof. Doorgegeven tradities van de straffende God, de zondige mens, van alles zeker weten en van in dogma’s gegoten waarheden. Ze lijken stevige fundamenten te leggen, maar vaker duwen ze mensen in het drijfzand van onzekerheid, lage zelfwaardering en gevoelens van angst. 

3.
Geslachtslijsten werden in vroegere tijden niet zozeer opgesteld om het voorgeslacht inzichtelijk te maken, maar vooral om bepaalde religieuze of politieke bedoelingen weer te geven. In het geslachtsregister gaat het dus om meer dan alleen een opsomming van de voorouders. In de lijst worden keuzes gemaakt. Zo noemt Matteüs de namen van een paar stammoeders van Jezus. Het zijn Tamar, Rachab, Ruth en de vrouw van Uria, die wij kennen onder de naam Batseba. Geslachtslijsten passen geheel in de traditie, maar vrouwen in een lijst dat was volstrekt ongebruikelijk.

Matteüs meldt in zijn geslachtsregister dat Rachab de vrouw van Salmon en de moeder van Boaz is. Voor deze bewering blijken er weinig aanknopingspunten in de Tenach te zijn. De verhalen over Rachab in het Bijbelboek Jozua spreken niet van een huwelijk. Ook wordt er niets over haar moederschap verteld. Daarbij komt dat – aldus de verhalen – Rachab leefde in de tijd dat het volk van Israël het land Kanaän innam, ten tijde dus van de intocht. Terwijl Boaz leefde in de periode dat de rechters de dienst uitmaakten in Israël.

Wie was de Rachab waarnaar verwezen wordt eigenlijk? In het tweede hoofdstuk van het boek Jozua wordt beschreven hoe een zekere Rachab spionnen van het Israëlitische volk redt uit de handen van de koning van Jericho. Ze wordt als in de christelijke bijbel als prostitué geïntroduceerd. Nu is dat zeer discutabel, dat is vooral een gedachte uit de christelijke tijd. Het Hebreeuwse woord dat gebruikt wordt betekent naar men aanneemt op de eerste plaats: ruim zijn of open. Oude bronnen vermelden dan ook dat zij een herberg runt. Ook Flavius Josephus noemt haar een herbergierster. Haar huis lag op of in de muur van de stad. Zij verborg de verspieders op het dak onder bossen vlas. Toen de mannen van de koning van Jericho hen kwamen halen, loog Rachab dat ze al de stad uit waren en de soldaten zetten de achtervolging in. Rachab vroeg aan de verspieders of zij en haar familie gespaard mochten worden als Jericho werd ingenomen. Die belofte werd gedaan op voorwaarde dat ze een rood koord aan haar venster zou binden en zij en haar familieleden bij de inname van de stad binnen zouden blijven.

Daarna hielp Rachab de spionnen ontsnappen uit haar raam aan een koord. Later, toen het leger van de Israëlieten kwam, volgde zij de instructies op en werd ze met haar familie gered. Rachab en haar nakomelingen bleven onder de Israëlieten wonen.

4.
Waarom zou deze Rachab samen met Ruth, Tamar, Betseba in de geslachtslijst van Jezus staan? In het verleden kwam men met de verklaring dat de vier vrouwen allen zonderessen zijn, die het met de seksuele moraal niet zo nauw namen. Tamar werd zwanger door haar schoonvader te verleiden, Rachab was een hoer, Ruth verleide Boaz op de dorsvloer, en Batseba pleegde overspel met David, waarna de koning haar man Uria liet vermoorden. Deze vier zondaressen zouden dan in de stamboom van Jezus opgenomen zijn om te laten zien dat Jezus is gekomen om zondaren te bevrijden. Echt weer een antwoord uit het patriarchale denken. De man staat ergens vanwege verdienste en de vrouw vanwege seks en zonde.

Interessanter is het feit dat alle vier de vrouwen afkomstig zijn uit het buitenland. Ze horen oorspronkelijk niet tot het volk Israël. Tamar en Rachab zijn Kanaänitische vrouwen, Ruth is afkomstig uit Moab en Batseba’s echtgenoot Uria is een Hethiet. Ze maakten allen deel uit van heidense volken, uit de vier windstreken. Die Tenach opnieuw, die actualisering van die oude woorden, is een boodschap voor alle mensen, voor heel de wereld. God zelf breekt in de Tenach steeds weer de zaak open, zorgt voor opschudding, geeft steeds weer een nieuwe wending. Zo zal, lijkt Matteüs dan te zeggen, dit nu ook weer gebeuren, nu wij beginnen aan dat verhaal over Jezus Messias.

Opvallend in dat ‘steeds weer nieuw begin’ van God, is dat vrouwen daar altijd een belangrijke rol in spelen. Vrouwen die openstaan voor nieuw begin. Vrouwen die te midden van chaos en wanorde, daadkrachtig zijn en zoeken naar alternatieve wegen. Alle vier de vrouwen in de geslachtslijst van Jezus kozen voor het alternatief. Een nieuwe weg tegen de verdrukking in, licht tegen duisternis, nieuw begin waar alles kansloos verloren leek. Dat is een fundament waarop dat verhaal van Jezus Messias gebouwd kan worden

5.
Hoe stevig is ons fundament van menszijn? Hoe stevig zijn we verankert in die traditie van steeds weer nieuw begin? Is het voldoende om onszelf staande te houden. Gewoon in het dagelijks leven. Staande blijven en in staat je leven vorm te geven, of mensen te vinden die je daarbij helpen, die je niet afrekenen op je tekorten, je kwetsuren, je meegegeven lijden van vorige generaties? Maar ook staande blijven in de zaken waarop je vertrouwt. Dat het je lukt vast te blijven houden aan wat jij de juiste weg acht, een bevrijdende, messiaanse weg wellicht? En dat je niet lamgeslagen wordt van weer een boegbeeld dat van z’n monastieke sokkel valt. En ook niet van een samenleving die in niets meer lijkt op dat visioen van het oude verhaal: humaniteit en gerechtigheid voor mensen uit alle windstreken.

Hoe stevig staan we op deze eerste zondag van advent. Hebben we nog voldoende vertrouwen dat het tij gekeerd kan worden, dat onze bijdrage ertoe doet? Is dat ene kleine licht voldoende om verder te gaan? De moed en de creativiteit van vrouwen, zoals zij die in de geslachtslijst van Jezus genoemd worden, mogen ons daarbij verlichten. Dat zij ons grond onder de voeten mogen geven en onze levens mogen wakker roepen uit de duisternis en onze wankelmoedigheid mogen versterken.

Zeg amen. Dat het zo moge zijn.