De lucht bezitten

De lucht bezitten

Toespraak 21 mei 2023 door Franck Ploum

Gij, Bron van leven – lucht (2)

Overweging bij de toespraak van Chief Seattle (1856)

1.
De aarde als economie. Hoe kun je de lucht bezitten? Hoe bepaal je de waarde van een boom? Waarom is een woonwijk meer waard dan een bos? Allemaal vragen die voortkomen uit de wijze waarop wij naar onze leefomgeving kijken. Maar al te vaak is dat met het oog van geld, bezet en economie. Maar zo kijken we niet alleen naar onze omgeving, zo kijken we, veelal onbewust, ook naar elkaar. Wat heb ik aan deze persoon, wat levert het me op om contact met hem of haar te onderhouden? De netwerk samenleving waarin contacten iets moeten bijdragen en een meerwaarde moeten hebben voor mijn leven. Daarmee maken we elkaar tot economisch object, reduceren we onze contacten tot winst en voordeel.

Maar ook dat we elkaar meten langs de maat van productie. Wat is de vraag die we elkaar op feestjes en gelegenheden stellen: ‘En wat doe jij?’ Het is niet een vraag naar de mens tegenover ons, maar een vraag naar productie, economische bijdrage. Onze identiteit is maar al te vaak gekoppeld aan wat we presteren en niet aan wie we zijn. Dat doen we zelf, zo kijken we naar onszelf. Maar dat wordt bevestigd door de samenleving waarin wij ons met elkaar bewegen.

De aarde en medemens als economie is een levensvisie die uiteindelijk naar de afgrond voert, omdat met ogen van geld en gewin elke intrinsieke waarde van wat in de schepping aanwezig is en de ware identiteit van ieder mens verloren gaat.

2.
De confrontatie tussen deze, veelal onze, destructieve levensvisie en die van de natuurvolken komt scherp tot uitdrukking in de toespraak die Seattle hield na een verzoek van de president van de VS. Seattle, in de 19e eeuw Opperhoofd van de stam van de Suquamish en Dulanish Indianen kreeg in 1845 het verzoek van Franklin Pierce, toenmalig president van de V.S. van Amerika, het land aan hen te verkopen en zelf op een ander stuk land te gaan wonen en leven. Het antwoord van Seattle is verwoord in een toespraak die tot op vandaag niets aan actualiteit heeft ingeboet.

Het is de confrontatie tussen een destructieve levensvisie en een levenswijze in verbondenheid en eenheid met je leefomgeving. Tegelijk is het ook de confrontatie tussen de economische kijk op je leefomgeving, die gericht is op winst en expansie en een waarden-gestuurde kijk op je leefomgeving die gericht is op behoud, lange termijn en die met respect voor al wat leeft ziet wat de aarde te bieden heeft en hoe je daar zelf mee bent verbonden. Binnen onze eigen westerse wereld kun je het vergelijken met de beursbedrijven die gedreven worden door aandeelhouders die uit zijn op grote en liefst snelle winsten en het familiebedrijf dat gericht is op de vraag hoe je het op lange termijn gezond houdt en later kunt overdragen aan één of meer van je kinderen. De beurs en het durfkapitaal is een vernietigend systeem gebaseerd op hebzucht, winst ten koste van alles: mens en aarde.

De westerse samenleving heeft door de eeuwen heen een vernietigende omgang met elkaar en met de aarde ontwikkeld in haar zoektocht naar winst en welvaart. Ons hele slavernijverleden is daar een van de meest gruwelijke voorbeelden van. En zelfs toen de slavernij formeel werd afgeschaft gingen de plantage-eigenaren en de Nederlandse overheid daar alleen mee akkoord wanneer de voormalig slaven nog jaren voor een hongerloon verplicht werden te blijven werken voor hun voormalige eigenaren, want anders kwam het winstmodel van de plantages in gevaar. Vandaag de dag kappen we in rap tempo de oerbossen in Indonesië voor palmolieplantages van Nestlé en de amazone wouden voor sojaplantages ten behoeve van de westerse intensieve veehouderij. En de mens in dit systeem is gereduceerd tot kostenpost in het productieproces.

3.
De aarde als economie. Dat wil zeggen een bepaalde economie. Een economie die niet gericht is op welzijn, maar op welvaart en vooral ook op hebzucht. Een voormalig hoogleraar economie aan een van de Nederlandse universiteiten pleitte bij zin afscheidsrede voor een herdefiniëring van het begrip economie. Hij vertelde dat toen hij als docent begon aan zijn vak, het geen economie heette, maar huishoudkunde. Deze term laat zien waar het werkelijk om zou moeten gaan. In een huishouden moeten mensen namelijk rekening met elkaar houden, gaat het om het welbevinden van alle leden van het huishouden en op basis daarvan worden keuzes gemaakt. Zo zou het ook moeten zijn in de economie, maar dat hebben we, aldus de hoogleraar, versmald tot geld, winstmaximalisatie, kosten en baten.

Het is niet eenvoudig om je aan deze economische levensvisie te onttrekken. Wij zijn allemaal inmiddels zo aan dit systeem gewend dat we er mee besmet zijn geraakt. Dusdanig dat wij zelfs denken dat er geen andere mogelijkheid meer is. En tegelijkertijd zien we hoe dit systeem ons langzaam richting de afgrond drijft. De afgrond van onze aarde en van onze solidariteit. Hoe we elkaar en de aarde de levensadem, de lucht figuurlijk en vaak ook letterlijk ontnemen.

De natuurvolken, die wij vanuit Westers denken maar al te vaak als achterlijk en onderontwikkeld hebben beschouwd, als mensen die geciviliseerd moesten worden, zijn zich maar al te zeer bewust geweest (en nog) van hun afhankelijkheid van hun leefomgeving en van elkaar. Zij leven in een verbondenheid die wij in veel gevallen zijn kwijtgeraakt. Zij kunnen in lucht, rivieren, en land nog steeds zichzelf herkennen en zij kunnen het land waarop zij al eeuwen wonen en leven verbinden met de vele generaties voor hen. Zij nemen van het land wat nodig is om te leven, maar zien zichzelf vooral als deel van hetzelfde geheel. En zij begrijpen niet hoe wij onze moeder de aarde en elkaar behandelen als koopwaar. Zij zien alleen dat zo’n levenswijze de aarde zal kaalvreten en tot woestijn zal maken. Woorden uit 1845! Visionaire woorden. ‘Maar ja, hij was ook dom en slechts een wilde’ (citaat Seattle). 

4.
De grootste slachtoffers van onze manier van leven zijn de mensen in de meest kwetsbare posities. In onze eigen samenleving mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en mensen aan de rafelranden van onze maatschappij die zich bevinden in de hoeken waar de klappen vallen. Wereldwijd zijn het de armsten, veelal zij die op het zuidelijk halfrond van onze aarde leven. Zij zijn niet alleen het slachtoffer van de schuldencarrousel die de verhoudingen tussen arm en rijk in stand houdt, maar ook de grootste slachtoffers van onze omgang met de aarde.

De allerarmsten in het zuiden gaan het zwaarst gebukt onder de gevolgen van de klimaatcrisis die voor het overgrote deel door het noorden is en wordt veroorzaakt. De aarde als economie vernietigt in veel gevallen juist het leefgebied van mensen in de armste gebieden van de wereld. Hun land wordt woestijn, hun land overstroomd, hun leefomgeving wordt onleefbaar. Voor oplossingen ontstaat er, als in vroegere tijden, opnieuw een afhankelijkheid van arme landen richting rijke landen. David van Ruijbroek, noemt dit ‘de nieuwe kolonisatie’ (in: De kolonisatie van de toekomst. Uitgeverij DeBezigeBij).

5.
Het bijbels verhaal, het verhaal van waaruit wij trachten te leven, is een verhaal over een God die opkomt voor deze allerarmsten en die het opneemt voor de mensen aan de rafelranden en in de hoeken waar de klappen vallen. De verdrukten en armen zoeken naar water, hun land is woestijn, hun akkers zijn kaalgeslagen. De levenslucht wordt hen ontnomen. Wie geeft hen stem? God zelf, zegt het bijbels verhaal. En wij? Wat zegt dat bijbels verhaal over hen die dit laten gebeuren? Als jullie die toelaten, zeggen de profeten, dan zijn Jullie geen medemensen, want jullie laten hen naar lucht happen in het niets, jullie laten hen versmachten van dorst omwille van jullie winst en eigen belang. Maar God, de Heilige, zal hen niet verlaten.

Daarmee zegt het verhaal eigenlijk: blijf niet geloven in het sprookje dat de manier waarop jullie leven geen alternatief zou kennen. Laat je niet een rad voor ogen draaien door hen die deze aarde enkel zien als economie en die hun medemens beschouwen als een kostenpost. Geloof de stemmen niet die roepen dat je de lucht kunt bezitten, dat je een claim kunt leggen op grondstoffen onder het ijs van Antarctica, dat je een vlag op de diepste zeebodem kunt planten en daarmee zeggen dat het van jou is. Er is een alternatief!

Er is een oud verhaal dat zegt dat het anders kan. Dat je als mens je leven op een andere manier kunt inrichten. Dat je een leven kunt leiden dat niet tegenover de aarde staat en waarin je medemens geen concurrent is, maar waarin je jezelf beschouwd als onderdeel van hetzelfde geheel. Een leven in eenheid met wat in de bijbel ‘schepping’ wordt genoemd. Dat wil zeggen, een leven dat weggetrokken is uit ademnood en levenloosheid en dat zich afspeelt in leefbaar land, met ruimte en lucht om te ademen, te bewegen, te leven.

Wij hoeven niet te leven als mensen van vernietiging en ondergang. Wij worden weggeroepen van die doodlopende weg. Omwille van de aarde, omwille van de armsten, omwille van onszelf.

Zeg Amen. Dat het zo moge zijn.