Doop en geslachtslijst Jezus

Doop en geslachtslijst Jezus

Toespraak 17 september 2023 door Franck Ploum

Serie: Een jaar lezen uit Lukas (2)

Gelezen: Psalm 14 (deel) en Lukas 3,21-38

1.
Onze wereld hangt van conflicten aan elkaar. Steeds wanneer we het gevoel hebben dat het een beetje de goede kant op gaat, slaat het onrecht en geweld weer toe. Er zijn groeperingen die kennelijk geen belang hebben bij rust en vrede. Met ideologie als voertuig of misbruik makend van religie weten ze mensen tegen elkaar uit te spelen, met alle gevolgen van dien. Waarom lukt het ons niet? Wat is het in de mens dat het steeds weer uitdraait op macht en geweld, op economisch gewin? En waarom wordt het recht steeds weer geschonden en worden zelfs vredestichters en rechtvaardige mensen uit de weg geruimd?

Niet alleen ver weg, niet alleen elders, ook in ons eigen kleine leventje vechten we heel wat strijd uit met onszelf en anderen. En dat alles ondanks onze eigen ervaring dat juist vrede en verdraagzaamheid verbindende factoren zijn die ons en anderen gelukkig maken en helpen een leefbare samenleving op te bouwen.

Zolang er mensen zijn, wordt er oorlog gevoerd. Inzet zijn grondgebied, roem, zeggenschap. Het gaat om macht, rijkdom vergaren, mensen onderdaan maken, het gaat om een ik, een ego dat wil heersen over geld en goed en medemens. Niet zelden speelden zogenaamde religieuze motieven een rol. De geschiedenisboeken, de bijbel, onze eigen herinnering over de afgelopen decennia, ze staan er allemaal vol van. Een aaneenschakeling van grote en kleine conflicten, oorlogen op continenten, in landen, tussen stammen en groepen, zelfs tot aan genociden toe.

2.
In de afgelopen 100 jaar hebben veel conflicten zich meer en meer afgespeeld tegen de achtergrond van armoede en rijkdom, de aanwezigheid van bodemschatten, etniciteit en in veel gebieden nog steeds religie. Is er een wereld zonder oorlog mogelijk? Wij durven het niet eens meer te hopen. Het lijkt een onmogelijke opgave, een onhaalbare toestand. Het enige dat we nog proberen is het zingen van een lied, om niet in wanhoop te verdrinken.

Zolang we blijven kijken naar de conflicten op zichzelf, zal dat zo blijven. Maar we weten allemaal dat een conflict nooit op zichzelf staat. Er zijn historische pijnpunten, er zijn verbanden, er is actie en reactie, er zijn menselijke motieven en er zijn belangen die gediend worden. Conflicten ontrafelen en de afzonderlijke elementen onder ogen zien, maakt ze niet minder ingewikkeld, maar wel inzichtelijk. De oorlog, het conflict dat is zo groot dat we het buiten onszelf kunnen laten. Maar als het gaat over motieven, over verbanden, over pijnpunten, dan komt de menselijke maat in zicht en kan ik ontdekken waar oplossingen kunnen liggen, waar zaken anders georganiseerd moeten worden, waar mensen door individueel gedrag, vooroordelen en haatgevoelens of machtswellust gedreven tot de meest afschuwelijke daden in staat zijn. En als dit bij die ene mens zo werkt, kun je er vaak donder op zeggen dat het voor veel mensen zo werkt, dat het voor de mensheid zo werkt, en dan kom ook ikzelf in beeld. En dan kan er een oproep tot inkeer en omkeer klinken.

3.
Jezus laat zich dopen. Een doop van ommekeer. In onze traditie is doop tot een wijze van kerkelijk lidmaatschap verworden. Maar in werkelijkheid staat de doop voor een radicaal nieuw begin. Voor een keuze. Je ervaart je leven tot nu toe, in een tot op het bot verdeelde wereld, als onvruchtbaar, weinig zinvol. En je kiest radicaal om je leven in te zetten voor een andere wereld: deze wereld nieuw, koninkrijk Gods, een wereld in gerechtigheid. Bij die wereld hoort niet alleen een ander wereldbeeld, maar ook een andere manier van bestaan, een ander mensbeeld. Met de doop maak jezelf medeverantwoordelijk voor de realisatie van het visioen van een nieuwe wereld. Een duif daalde neer, rijmend op Genesis, het verhaal van Noach: de duif die nieuw begin van bestaan aankondigt. Zolang er mensen zijn die zich omkeren is er hoop op nieuw begin voor deze wereld.

Nu is er veel hoop nodig om enig tegenwicht te kunnen bieden in de wereld van vandaag. Je hebt vaker het gevoel dat we met z’n allen blind richting de afgrond sprinten, dan dat we op weg zijn naar een nieuwe wereld. En nieuw is dan het beeld voor een wereld waarin andere waarden de koers bepalen. Solidariteit boven eigenbelang, eerlijk delen boven hebzucht, liefde boven onbarmhartigheid, vrede boven oorlog. Meer en meer ervaren we ‘onvrede’ en vragen we ons af hoe het tij ooit weer gekeerd kan worden. De oorlog in Oekraïne is nog lang niet in zicht. In Darfur worden de gruwelijkheden waar men een aantal jaren geleden niet aan toekwam afgemaakt. Met goedkeuring van de Europese Unie worden migranten in Tunesië de woestijn van de hongerdood en verdorsting in gestuurd. Ook een vredesweek zal de oplossing niet brengen. Is er nog voldoende hoop om hier tegenin te geloven dat het beter zal worden? Zal onze redding dan echt ooit dagen?

4.
Zal onze redding dan echt ooit dagen? Deze vraag kwamen we tegen in psalm 14 in de vertaling van Huub Oosterhuis. Die vertaling van psalm 14 die ooit aan het begin stond, de eerste was, van 150 psalmen vrij vertaald. Psalm 14 hertaald in het licht van de gebeurtenissen in Chili, 11 september 1973, de staatsgreep van Pinochet die een einde maakte aan de droom van Salvador Allende: dat er een maatschappij zou ontstaan waarin geen eerste-, tweede- of derderangsburgers meer zouden bestaan, maar iedereen gelijkwaardig is. Een socialistische droom, rijmend op het bijbels visioen van een nieuwe wereld. Maar de militairen braken de weg op, verwoestten het land en stortten het volk in de duisternis van de dood: gedreven door macht, door dollars, door. Allende maakte een einde aan zijn leven en tienduizenden mensen vonden de dood in martelkamers, gevangenissen, terechtstellingen zonder vorm van eerlijk proces.

Deze week 50 jaar geleden begonnen. De dictator van toen, Pinochet, is inmiddels dood en begraven. (Hij kreeg notabene bij zijn uitvaart een hoogmis met drie bisschoppen vanwege zijn enorme verdienste, God betere het). Democratie is hersteld, maar tot op vandaag zoeken mensen naar de duizenden vermisten waarvan niemand weet waar ze gebleven zijn.

Zal onze redding dan echt ooit dagen? Kan ooit een heel volk uit de dood opstaan? (Psalm 14 vrij) Ja dat kan zegt het bijbels verhaal eigenwijs. Ik, ik zal recht doen, als er niemand is die recht doet. Wie is die ‘ik’? Het is de Ene en Enige die in het bijbels verhaal met recht God mag worden genoemd. Het wemelt van de goden, toen en nu en ook in de bijbel. Baäl van de macht, Mammon van het geld, de god van de schoonheid en de goden van de verslavingen, de god van groei-economie en de god van de oorlogsindustrie. Maar er is er maar één die betrouwbaar is, die recht doet, die de droom van ‘iedereen gelijkwaardig’ fundeert: God-bevrijder, die het schreeuwen hoort en de ellende ziet. Ik, ik zal recht doen.

5.
‘Heel het volk laat zich dopen’. Heel het volk, Lukas gebruikt het eerder, in het eerste hoofdstuk van zijn evangelie, waar hij de geboorte van Johannes aankondigt en schrijft: Zacharias, ging binnen in het heiligdom van Adonai. Heel het volk, grote menigte, stond buiten te bidden, dat uur van het wierookoffer. En een engel daalde uit de hemel neer en zei: Vrees niet Zacharias, jouw bidden is verhoord. Elizabeth zal baren een zoon, en je zult roepen zijn naam ‘Johannes’. (Lukas 1,9-13)

Heel het volk is bijeen, heel het volk wordt gedoopt. In de eerste hoofdstukken van zijn evangelie laat Lukas verlangen klinken, visionair verlangen naar een nieuw begin. En daar kunnen we ons van alles bij voorstellen. Gebukt als het volk gaat onder de bezetting door de Romeinen. Hier wordt dan ook niet daadwerkelijke geschiedenis geschreven, maar hier wordt een onderhuids verlangen weergegeven, dat zelfs na jarenlange onderdrukking niet is verdwenen, dat zelfs na de verwoesting van Jeruzalem en de tempel er niet is uitgebeukt.

Jezus laat zich met velen dopen. Het is een ritueel tegen de feiten in. Misschien wel tegen beter weten in. Dopen is vasthouden aan wat niet lijkt te kunnen: vrede, mensenrecht, liefdevolle omgang, wereldwijd. Een doop van ommekeer, van nieuw begin. In de hoop dat die God-bevrijder aan jou geschieden mag en dat dat visioen jouw leven zal worden. Dat je horen mag ‘jij bent mijn kind, mijn geliefde’ (Lk 3,22). Het is een doop die je plaatst in een lange traditie en je tot iemand ‘van God’ (Lk 3,38) maakt.

6.
Die traditie, dat ‘van God’ zijn, verklankt Lukas in de geslachtslijst van Jezus. Een lange lijst met voor ons veelal onbekende namen. Hier en daar een moment van herkenning. Jozef en David. Ook deze beiden waren dertig jaar toen zij zich openbaarden en hun taak op zich namen.

En interessant ook de eerste naam en de laatste: zoon van Jozef – zoon van God. Kennelijk willen de verhalen van Lukas over de geboorte van Jezus niets zeggen over het biologisch vaderschap van Jozef. Dat wordt hier ten volle erkent! Jezus wordt zoon van God door in de bevrijdende traditie te gaan staan waarin alle gerechtigheid volbracht wordt.

In bijbelse termen wil dat zeggen dat je het visioen van Mozes en de Profeten op je neemt en je jezelf niet langer onderhorig maakt aan de wereldse goden van macht en geld, van oorlog en geweld. Maar dat je je omkeert en je onderhorig maakt aan dat visioen van een andere wereldorde en aan die God-bevrijder die daarbij hoort.

Dat het ook aan ons mag gebeuren.
Dat het zo moge zijn.