Een gekruisigde Messias

Een gekruisigde Messias

Serie: Mislukkingen in de bijbel

Gelezen: Marcus 15 en 16

Toespraak van 3 april 2022 door Marian Geurtsen

Er was eens een Portugese prinses. Zij was mooi om te zien en vriendelijk en deugdzaam. Wilgefortis is haar naam. De koning van Sicilië heeft wel trek om met haar te trouwen en haar vader vindt dat een goede deal. Een huwelijk wordt gearrangeerd.

Maar het meisje wil niet trouwen. Niet met deze koning, en met niemand. Zij is christen en wil het liefst maagd blijven: haar Jezus trouw. Op een nacht bidt zij tot God: “God, ik wil niet trouwen. Help mij van deze man af.” Als ze de volgende dag wakker wordt, heeft ze een baard als van een man. Haar schoonheid is verdwenen, de koning van Sicilië verliest al zijn belangstelling voor de prinses. Zo redt God haar van een ongewenst huwelijk. Maar haar vader ziet het anders. Hij wordt zó boos dat deze haar laat kruisigen. “Wil jij die mislukte Messias als bruidegom? Dan zul je ook zijn kruis delen.”

Vandaag gebruik ik mannelijkheid en vrouwelijkheid als zoeklicht om beter te begrijpen wat er in het evangelie van Marcus gebeurt. Mannelijkheid in Marcus? Speelt dat een rol dan? En hoe? Ik maak dankbaar gebruik van het boek van Peter-Ben Smit, Mannen in Marcus, dat net verschenen is.[1]

Mannelijkheid: dat associëren we al snel met macht en met leiderschap. Er is op dit moment zo’n slecht voorbeeld van mannelijkheid bezig om verwoestend om zich heen te slaan. Vorige week trof me een berichtje op de NOS over Poetin en zijn minister van defensie, Sjojgoe. U heeft het vast gezien. Als goede vrienden trekken ze samen de wildernis in. Liefst met ontbloot bovenlijf laten ze zich op de foto zetten of filmen. Kijk eens hoe stoer. Wij zijn voor niets en niemand bang. Wij zijn echte mannen, is de boodschap. Een echte man is stoer, overleeft in de wildernis, Marlboro man: een surviver. Onafhankelijk. Iemand die je niet als vijand wilt hebben.

Zo is Jezus ook begonnen trouwens: ook hij trok de wildernis in, veertig dagen in de woestijn. Er wordt wel geschreven dat het verblijf in de woestijn van Jezus een rite de passage was: een ritueel van volwassen worden voor een man. Hij bracht het er goed vanaf: hij kon de beproevingen aan. Maar die associatie van mannelijkheid en wilde natuur, dat is een hedendaags beeld van mannelijkheid. Voor de gemiddelde Griekse of Romeinse man was de woestijn of de wildernis een plaats in de marge, waar niets goeds vandaan kon komen. Jezus’ verblijf in de woestijn was eerder exotisch dan een voorbode van zijn macht. Marcus beschrijft Jezus als een man die mislukt is.

Echte mannelijkheid, in de Grieks-Romeinse cultuur betekent ongeveer zoiets als wat Poetin verbeeldt, maar net iets anders. In de oude cultuur is wilde natuur de marge, niet het centrum. Het ddraaide het om macht, leiderschap, én beschaving, zelfbeheersing.  Wie zichzelf in de hand heeft, die heeft de wereld aan zijn voeten liggen. Wie zich laat leiden door zijn emoties, zijn hoofd verliest, die verliest zijn mannelijkheid. En in de opvattingen van die tijd was mannelijkheid nog niet bepaald door biologische definities als chromosomen of testosteron. Die kende men nog niet. Mannelijkheid was een eigenschap, gebaseerd op gedrag en prestaties. Daarom kunnen sommige kerkvaders over heilige vrouwen zeggen dat zij meer mannelijk waren dan veel mannen.  Het Griekse woord andreia betekent zowel mannelijkheid als dapperheid, moed. Het Latijnse woord viriliter betekent zowel mannelijk als deugdzaam. Wie als jongetje geboren werd, was niet automatisch ook man. Mannelijkheid moest getraind worden en bevestigd. Zelfbeheersing was de norm: een echte man is gelijkmatig in zijn emoties en laat zich nooit uit zijn evenwicht brengen. Ons woord stoïcijns is ervan afgeleid. Wie niet goed scoorde, werd verwijfd genoemd. En ja, daar zit een hiërarchische normering in: vrouwen staan lager op de ladder in de Grieks-Romeinse cultuur, van nature dichter bij de natuur en emotioneel instabieler en zo.

Daarin verschilt mannelijkheid bij ons van mannelijkheid in de tijd van Jezus: bij ons zijn bepaalde emoties juist heel mannelijk, zoals woede. Andere emoties gelden bij ons juist als vrouwelijk, zoals verdriet, of het vermogen om empathisch te zijn. Dat maakt het voor jongeren lastig om zichzelf evenwichtig te ontplooien: als een jongen verdriet laat zien, wordt hij voor verwijfd uitgemaakt, of een mietje. Als hij zijn verdriet transformeert in woede en de boel kort en klein slaat, dan klopt het weer. Als een man om hulp vraagt, is hij afhankelijk. Als hij als een dictator een land bestuurt, is hij een goede leider. Dat noemen we toxische mannelijkheid: een definitie van mannelijkheid die giftig is. Die mannen beperkt in hun mens-zijn. Slecht niet alleen voor hun verhouding met vrouwen, maar ook slecht voor de cultuur en voor hele samenlevingen.

Marcus schetst Jezus vanaf het begin van zijn evangelie als de Messias, als de Gezalfde van God. Zijn kernboodschap is dat het koninkrijk van God nabij is. Met het begrip Messias plaatst Marcus Jezus in de lijn van de hogepriesters en de koningen van het Joodse volk. Een minderheidsvolk trouwens onder de Romeinse bezetter. Hij zet Jezus aan de ene kant neer als Messias, de nieuwe Koning, en aan de andere kant als een mislukte man. Iemand die niet beantwoordt aan wat een man moet zijn of hoe een man zich hoort te gedragen.

De grootste mislukking van Jezus is wel dat hij gekruisigd werd. Dat hij uit de dood verrees is niet eens het meest verrassende voor de gemiddelde lezer van de hellenistische tijd: dat kwam vaker voor. Maar dat hij gekruisigd is, dat is echt falen. De doodstraf door kruisiging werd door de Romeinse bezetter opgelegd aan slaven, weggelopen slaven, aan opstandelingen, terroristen zouden wij zeggen. Geen Romeinse burger kreeg deze straf. Als een Romeinse burger de doodstraf kreeg, dan koos hij voor een gifbeker (zeg ik?) of de dood door het zwaard. Snel, waardig. Kruisiging was garantie voor een langzame dood: marteling en dood in één. Bij uitstek een straf waarbij je niet meer over jezelf kon beschikken, waarbij je niets meer te zeggen had over jezelf, je eigen lichaam. Het ontneemt de mens zijn waardigheid. Dat maakte het vernederend. En daarbij ook nog in het openbaar. Toen in Rome een grote slavenopstand werd neergeslagen, werden alle opstandelingen gekruisigd langs de Via Appia: duizenden kruisen werden opgericht en iedereen die via deze weg Rome in of uit reisde, zag ze hangen en kon naar believen schelden of grappen maken.  En dat beschrijft ook Marcus in het evangelie: Jezus werd het mikpunt van spot en hoon voor passanten die hem zien hangen. Ook de geseling en bespotting vooraf ontdoet hem van zijn waardigheid: hij wordt een voorwerp van spot van de romeinse soldaten. Een namaak-koning: met zijn purperen mantel en zijn doornenkroon. Een koning die niets te zeggen heeft: zijn volgelingen zijn weggelopen, en zelfs over zichzelf, zijn eigen dood heeft hij geen macht.

De enige die hem herkent, is de Romeinse centurio: “Werkelijk, deze mens is de zoon van God” Voor een Romeinse soldaat is dit een politieke uitspraak; hij eert Jezus immers met de titel die meestal aan een romeinse keizer wordt toegekend. Marcus zet Jezus neer als het beeld van machteloosheid, volstrekte weerloosheid. En daarmee kent hij Jezus een heel ander soort leiderschap toe dan men in die tijd voor waar hield – en dat is ook een spiegel voor onze tijd. Juist de verlatene, de mislukte, de mens van wie niets meer over is, is waardevol in Gods ogen. Daarom ook is het verhaal niet voorbij met de dood aan het kruis. Juist daarom is er de opstanding: opstandigheid, opstaan tegen onrecht die mensen elkaar aandoen in naam van macht en leiderschap.

De mannelijke volgelingen van Jezus zijn intussen allemaal vertrokken, weten we. Maar de vrouwen? Als we naar Marcus luisteren, brachten de vrouwen het weliswaar verder dan de mannen: ze bleven trouw bij Jezus tot in zijn dood, tot zijn begrafenis. Omgaan met kwetsbaarheid, dat is te doen. Maar op paasmorgen, wanneer ze bij het graf staan en dat blijkt leeg? Wanneer ze daar door een engel opgewacht worden en van die engel opdracht krijgen om de verrijzenis te gaan verkondigen? Dan vluchten de vrouwen. Angst. Jezus is misschien wel verrezen, maar de boodschap dringt nog niet door. De vrouwen zitten nog vast in hun eigen beelden en verwachtingen. Ze kwamen om hem te zalven, dat dode lichaam. Dat is hun rol: zorgen voor de kwetsbare, voor de dode. De engel schudt ze eruit. Stop met verzorgen, ga verkondigen. En de vrouwen kunnen het nog niet aan.

Wilgefortis is zo’n vrouw die wel uit haar rolpatroon wilde stappen. Zij had haar eigen ideeën over hoe zij haar leven wilde leiden, en daar paste een huwelijk niet in. Haar vader had een huwelijk gearrangeerd: een koning, rijk, machtig, goede catch. Die haar ook nog leuk vond om te zien, dus wat wil je nog meer?  Wilgefortis wilde meer. Zij wilde over zichzelf blijven beschikken. Mannelijk, als je het vanuit de Romeinse normen van mannelijkheid bekijkt. En ze bad tot God: “ik wil niet trouwen, help me om van die man af te komen.”

God verhoorde haar gebed en liet haar een baard groeien. Be careful what you pray for is een Engels gezegde. Gods heeft een voorkeur voor antwoorden op een onverwachte manier Toen Wilgefortis wakker werd, droeg zij een baard. Haar aanstaande bruidegom was hier niet van gecharmeerd, en onmiddellijk trok hij zich terug uit de overeenkomst. Vader boos.

“Als je dan toch zo nodig dicht bij die gekke gekruisigde Jezus van je wil zijn, ga dan zelf ook maar aan het kruis hangen”, schijnt de vader gezegd te hebben. En zo werd Wilgefortis gekruisigd. Was het voor haar een vernedering, zoals het in Jezus’ tijd was? Nee. We hebben het inmiddels over de vijftiende eeuw, wanneer de oudste versies van haar legende opduiken. Het kruis is een symbool geworden voor de verlossing, de kruisdood een heilig inleven in het lijden van Christus. Zij heeft haar vrouwelijkheid overstegen en is mannelijk geworden: zij hangt op gelijke hoogte met Jezus.

In de vijftiende en zestiende eeuwen is zij mateloos populair onder haar tweede naam: Ontkommer, of in het Duits: heilige Kümmernis. Als vrouw met een baard én als vrouw aan het kruis is zij hét symbool van alles wat dwars op de werkelijkheid staat.

In later eeuwen moest dit dus ook gerepareerd worden. In de beeldcultuur zien we Wilgefortis in later tijd steeds minder uitgesproken met een baard op de afbeeldingen. Meer vrouw, minder mislukt. Maar nog steeds bedreigend voor een maatschappelijke en kerkelijke orde: vrouwen horen niet aan het kruis te hangen. Vanaf de negentiende eeuw wordt zij daarom ‘wegverklaard’. Er heeft nooit een Wilgefortis bestaan, er is nooit een vrouw gekruisigd. Zij is een misverstand, een foutieve interpretatie van een afbeelding van Christus zelf: het Volto Santo – het heilige gelaat in Lucca.

Ik houd haar graag in ere. Als een omkering van de normen over giftige mannelijkheid en vrouwelijkheid die ook in onze cultuur en in onze kerk nog steeds in de weg zitten. Voor een vrouw was het kruis verboden terrein. Maar Wilgefortis schopt het zover, dat zij op gelijke hoogte hangt met Jezus.

Terug naar de vrouwen in Marcus. Uit de andere evangeliën komt een heel ander beeld naar voren, dat we graag lezen: hoe moedig (manmoedig) de vrouwen de eerste verkondigers werden van de verrijzenis, de overwinning van het kwetsbare leven op de dood. Het evangelie van Marcus eindigt met de vlucht van de vrouwen. En al heel vroeg vonden mensen dat dit niet kon kloppen; daarom is er alsnog een verhaal achteraan geschreven. Maar wat heeft Marcus bedoeld met dit einde? Jezus is mislukt: een Messias die weerloos bleek tegen het geweld van de onderdrukker. De mannelijke leerlingen waren al eerder gevlucht en de vrouwen uiteindelijk ook.

Wat blijft er dan nog over van het goede nieuws? De engel. “Ga en vertel aan de leerlingen en Petrus dat hij niet hier is.”

Een opdracht aan ons allemaal, als lezers. Zoek hem niet in het graf, maar ga zijn leven terug naar Galilea.

Jezus werd weerloos; geen macht en geen aanzien begeerde hij. Hij werd slaaf, een niemand, net als wie niemand zijn. Zo heeft een nieuwe invulling gegeven aan het Messias zijn, een nieuw perspectief voorgehouden voor de bevrijding van het volk.


[1]    Peter-Ben Smit, Mannen in Marcus. Gender in de oudste biografie van Jezus. VU University Press, 2022