Toespraak Franck Ploum – 28 augustus 2022
Zomerviering Grote Kerk te Breda
De Berg – gelezen: Lukas 9, 28 e.v.
1.
De Mont Ventoux, de Alpe D’Huez uit de tour de France. De Puerto de Navalmoral en de Alto de Sierra Nevada uit La Vuelta. Beroemde bergen waar legendarische strijd is gestreden. Beklimmingen die het uiterste van wielrenners vragen. Veel ronde-liefhebbers zijn dan ook van mening dat een wielerronde pas begint wanneer de bergen in beeld komen. Op dat moment in de koers worden de gewone renners gescheiden van de echte helden.
Net als bij bergbeklimmers is het bereiken van de top de ultieme beloning. De top, die veelal uitzicht geeft dat nergens anders te vinden is, uitzicht vanaf het dak van de wereld. Wie ooit een berg beklommen heeft zal het beeld herkennen en ook het gevoel dat daarbij hoort. De weg omhoog is lang, toch is het verblijf op de top meestal van korte duur. Al snel, bij wielrenners onmiddellijk, wordt de afdaling ingezet. Kennelijk is de top geen plek om lang te verblijven. Hoe mooi het daar ook is, je moet weer naar beneden.
De berg. De berg speelt ook in de bijbelse verhalen een centrale rol. Alle echte belangrijke levenservaringen en godsontmoetingen vinden plaats op een berg: de Tien Woorden, Elia op de Karmel, de Bergrede, Golgotha – de berg der Olijven, en ook het verhaal van vandaag: Jezus met Mozes en Elia op de berg. Is de berg in de bijbel ook altijd een echte berg? Nee, op veel plekken waar sprake is van een berg is geografisch geen berg te vinden. De berg is een metafoor, metafoor voor een leven-veranderende-ervaringen. En we vinden die metafoor ook terug in ons taalgebruik, wanneer we ‘als een berg ergens tegenop zien’, of wanneer we zijn ‘afgedaald in diepe duisternis,’ maar ook wanneer we ‘bergen verzetten’ of ‘de top hebben bereikt’.
Niet alleen wielrenners en bergbeklimmers overwinnen bergen, gaan de strijd aan met de berg, ook in het dagelijks leven worden er heel wat bergen beklommen, heuvels geslecht, met voor ogen dat na de beklimming de belofte van grazige weiden wordt ingelost. Wat voor bergen zijn dat? En hoe zien die grazige weiden er dan uit?
2.
Tijdens onze vakantie bezochten we in Zweden het stadje Granna. Bij toeristen ook wel bekend als het zuurstokstadje. Als je het stadje binnenrijdt springt het glazuur spontaan van je tanden: overal waar je kijkt afbeeldingen van zuurstokken, overal roze, knalroze, en nog rozer. Het ene snoepwinkeltje na het andere waar ze zuurstokken in alle maten en soorten verkopen. Allemaal ambachtelijk gemaakt, geen fabriekswerk.
Granna is groot geworden dankzij de strijdbaarheid van een dappere vrouw: Amalia Eriksson. In 1851 overlijdt haar man. Om haar kinderen en zichzelf te kunnen onderhouden gaat ze snoepjes maken in haar eigen huis en die gaan haar kinderen verkopen in het stadje. Ze wordt door de wet teruggefloten: het is vrouwen verboden zelfstandig een winkel te hebben en het stadsbestuur ontneemt haar het recht de activiteiten voort te zetten. Ze gaat de strijd aan en ze eist het recht op om in haar eigen onderhoud en het onderhoud van de kinderen te kunnen voorzien zonder in een huwelijk gedwongen te worden. De beklimming van de berg die het recht op economische zelfstandigheid heet, de berg die vrouwenrecht heet, de berg die door haar beklommen wordt dreigt voor Amalia te eindigen bij de muur van onwil, mannenmacht en misplaatste traditie.
Het is de berg en de muur die voor veel vrouwen uit onze geschiedenis, maar ook voor veel vrouwen tot op vandaag helaas bekend is en voor velen ook onderdeel uitmaakt van de eigen ervaring. In ons deel van de wereld bijvoorbeeld de strijd om gelijk loon voor hetzelfde werk, de strijd tegen seksisme en grensoverschrijdend gedrag. En in andere delen van de wereld ook de strijd om toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, het recht op een eigen besluit bij ongewenste zwangerschap. Veel bergen zijn door vrouwen beklommen en de top is bereikt, veel muren zijn onderweg geslecht, maar er zijn nog steeds heel wat beklimmingen die gaande zijn, of zelfs nog moeten beginnen. Want naast de strijd van vrouwen, zijn er nog zoveel mensen en groepen die strijden om gezien en gehoord te worden in het onrecht dat hen wordt aangedaan. Los van dit alles is er dan ook nog de strijd van zoveel individuele mensen om zich staande te houden in dit leven, de demonen in hun eigen leven te overwinnen of hun depressies de baas te kunnen.
Na maanden strijd besluit Amalia Eriksson de koning van Zweden een brief te schrijven en de situatie voor te leggen. De koning ziet de onredelijkheid van de wetgeving in en ze krijgt bijzondere toestemming om de winkel te behouden. Zij is officieel de eerste vrouw in Zweden die haar eigen winkel heeft en maakt daarmee vrij baan voor velen die haar volgen. In de winkel van Amalia (Polagrisar) die tot op de dag van vandaag nog steeds wordt voortgezet, is het recept van de zuurstokken in 150 jaar onveranderd gebleven. Haar recept is nog steeds geheim en alleen bekend bij de medewerkers van de winkel die het recept pas na 2 jaar volledig weten om het geheim zo goed mogelijk te bewaren.
3.
De tekst van Amanda Gorman, uit ‘The hill we climb’, is uitgesproken tijdens in inauguratie van Joe Bidden als president van Amerika. Haar gedicht is een aantijging tegen de enorme verdeeldheid die heerst in het land en die mede door Donald Trump is verergerd of zelfs in de hand gewerkt. Trump die tot vandaag de verkiezingswinst van Bidden ‘gestolen’ noemt en die tot op vandaag zijn overduidelijke betrokkenheid bij de bestorming van het hart van de Amerikaanse democratie ‘het Capitool’ ontkent en fakenews noemt, heeft in ogen van de dichteres overwinningen willen boeken met zwaarden en dat heeft ‘goed leven voor allen’ onder wijnrank en vijgenboom allesbehalve dichterbij gebracht. Bruggenbouwen is haar devies, bruggen brengt mensen bij elkaar. Ze verbinden en helpen ons bergen te beklimmen die onneembaar lijken te zijn: de berg van onderscheid, verschil in afkomst, arm en rijk, kleur en wit, republikein en democraat.
De enorme verdeeldheid waar hier sprake van is en die we, zeker in de tijd van Trump, dagelijks via de media konden volgen, is inmiddels niet alleen meer daar en ver weg. Intussen is er ook in Nederland sprake van diepe verdeeldheid. Enerzijds verdeeldheid die er al was en die steeds zichtbaarder wordt en anderzijds verdeeldheid die is gegroeid door actuele thema’s als corona, stikstof, boerenprotest, migratie. En terwijl de verdeeldheid groeit en groeit, vraagt iedereen zich af of er nog mensen werken aan het oplossen van problemen, of dat er alleen mensen zijn die wegduiken, verantwoordelijkheid ontlopen.
‘AZC Nee nee nee’. Zo hoorden wij kinderen uit Albergen scanderen, alsof ze het zelf hadden verzonnen. ‘Met 300 azc’ers van kleur binnenkort in Albergen verkrachting, beroving en terreur!’, schreven anderen op borden die toen een camera kwam snel werden weggehaald. Voor het eerst in onze geschiedenis heeft Artsen zonder Grenzen ingegrepen in Nederland om een einde te maken aan de mensonterende situatie in Ter Apel, die zelfs tot de dood van een kind heeft geleid. Om je dood te schamen!
En dan ook nog het boerenprotest met bedreigingen, intimidatie en een hakenkruis. Steeds vaker en steeds meer kun je het gevoel krijgen dat ‘Nederland Polderland’ niet meer bestaat. Elke discussie ontaard in een loopgravenoorlog. Geen middenweg lijkt meer te vinden, alles staat op scherp. Geen mens die bereid is om een strobreed toe te geven of iets van zijn of haar standpunt of eisenpakket af te zwakken.
Er moeten ook in ons land nog heel wat bergen beklommen worden willen we zicht, uitzicht krijgen op ‘goed leven voor allen’.
Datzelfde zien we dus ook op het wereldtoneel. Alsof er ineens uit het niets overal conflicten op tafel komen die leiden tot spanningen tussen groepen of landen. Oorlog is geboden of ligt op de loer. De haantjes kraaien om het hardst en de alfa-mannetjes beklimmen de rotsen om hun spierballen te tonen.
4.
Welke bergen moeten we beklimmen in ons leven om onrecht dat ons wordt aangedaan te overwinnen, pijn uit het verleden te verzachten, onrecht ons aangedaan om te vormen in recht? Langs welke afgronden moeten we balanceren en waar vinden we houvast onderweg?
Jezus gaat met enkele leerlingen de berg op. Daar staat hij, zo zegt het verhaal, in blinkend wit licht, met Mozes en Elia: Jezus verbonden met hart van het jodendom: de Thora en de Profeten. Jezus is niet los verkrijgbaar, dan snij je hem af van zijn wortels. Dat wordt de leerlingen duidelijk gemaakt, leerlingen n het verhaal, maar ook ons als lezers. De ervaring, het inzicht is zo overweldigend dat de leerlingen tenten willen bouwen. De top is bereikt, hoger kunnen ze niet komen, wat ze hier zien is van een schoonheid, ongekend. Misschien wel vergelijkbaar met mensen die zelf een berg in hun leven hebben beklommen: het vergezicht, is er ruimte, lucht, schoonheid en de opluchting. Overweldigend.
Maar is het vergezicht alleen maar overweldigend? Is het een eindpunt? Of is het een startpunt?
Roept Jezus daarom op om de berg ook weer te verlaten? We kunnen niet in euforie blijven, we moeten weer afdalen om nieuwe bruggen te bouwen, onze doelen te verbinden met die van andere mensen, niet alleen te vechten voor ons eigen recht maar ook voor dat van anderen. Uiteindelijk speelt het leven zich niet af op de top van de berg, de finish ligt ergens anders. Of zoals Trappist en zenmeester Sjef Boekmans het zegt, tijdens de evaluatie, nadat cursisten een week lang 8 uur per dag op een kussen hebben gezeten en zen ingeoefend hebben en zich in de hemel voelen van rust en ruimte en stilte. ‘Ja weet je mensen, wat wij hier deze week gedaan hebben heeft natuurlijk helemaal niets met zen te maken. Daar, in de wereld daar speelt zen zich af, kun je het daar volbrengen? Dat is de belangrijkste vraag’. Dat is geheel in de lijn van wat we Jezus horen zeggen: hier tenten bouwen, dan weet je niet waar het werkelijk om gaat in het leven.
5.
De berg, als metafoor voor ons leven met al wat daarbij hoort aan beklimming, afdaling en zo nu en dan ook verblijf in een zee van ruimte en uitzicht op beloofd land. Dat we de beklimmingen aan kunnen en er niet te veel alleen voor staan, dat velen mogen delen in onze bevrijdende ervaring van de top en dat we al afdalend plannen mogen smeden om in het dagelijks leven zo veel als mogelijk mensen te laten proeven aan de weelde van wijnrank en vijgenboom, aan de rust van grazige weiden.
Zeg Amen. Dat het zo moge zijn.