Hoe nu verder?

Hoe nu verder?

Toespraak 7 april 2024 door Franck Ploum

Serie: Een jaar lezen uit Lukas (16)

Gelezen: Lukas 24,44-45 en Lukas 12,1-12

1.
We hebben Pasen gevierd: opstaan en opstanding. We hebben verhalen van opstandigheid gehoord. En het lijkt erop dat we met het verhaal vandaag weer terug in de tijd zijn. Mag het niet nog even Pasen blijven? Het is immers pas de achtste dag! Ja dat mag zeker, want dit twaalfde hoofdstuk van Lukas is één grote redevoering van Jezus over de tijd dat hij er niet meer is. Lukas brengt hier allerlei woorden en uitspraken samen en laat Jezus waarschuwingen uitspreken richting zijn volgelingen. Hij waarschuwt voor de gevaren die verbonden zijn aan de weg ten leven, aan leven van het visioen van een nieuwe wereld. En dat is niet voor niets want een radicale keuze voor een andere wereld of een leven aan onderdrukking en onvrijheid voorbij is nooit zonder gevaar. Die keuze gaat helaas zelden voorbij aan lijden en dood. Dat was in de tijd van de Romeinse overheersing net zo en dat is het vandaag ook niet.

Hoeveel durf en lef moet je hebben om in Rusland je mond open te doen? Maar het gebeurt nog steeds! Hoeveel moed hebben Joden in en buiten Israël nodig om op te staan en te protesteren tegen wat er in Gaza gebeurt? Maar ze zijn er gelukkig wel. Vrouwen in Iran, Afghanistan die hun mond open doen, of berichten naar buiten brengen over wat hen wordt aangedaan. Niet veel meer, begrijpelijk, maar ze zijn er wel. Al die mensen die opstaan en vasthouden aan het visioen, aan de opstandigheid van Pasen, en niet zelden bekopen ze het met marteling en dood, of lange gevangenisstraffen op z’n minst.

Bezint eer je begint, past bij de woorden die klinken in dit twaalfde hoofdstuk van Lukas. Want de vraag is of je bereid bent die gevolgen te accepteren, of je bereid bent die weg te gaan, kome wat komt. Tegelijk klinkt in de eerste verzen van dit hoofdstuk ook de vraag door aan welke woorden je waarde moet hechten of welke woorden je bemoedigen als je eenmaal gekozen hebt om mee te gaan. Waar heb je nu echt iets aan op weg naar die wereld die door Jezus steevast Koninkrijk van God wordt genoemd. Wat geeft richting en bemoediging en wat zijn woorden of gedachten die eerder in de weg zitten, die je van je doel afhouden of je zelfs nog verder van huis brengen?

2.
De menigte verdringt zich om goede woorden te horen. Het is een haast apocalyptisch beeld, dat geschetst wordt. Duizenden zijn er, letterlijk staat er myriaden, dat zijn tienduizenden. Lukas wil kennelijk aangeven dat de tijd dringt, dat er haast geboden is. Het water staat het volk aan de lippen en er zijn geen woorden meer die redding brengen, die bevrijden, die een weg bieden uit de ellende. Het lijkt alsof ze eindelijk iemand hebben gevonden die kan ‘redden’, iemand die levenswoorden kan geven tegen de chaos en onderdrukking in. Er is grote honger naar woorden van waarde, woorden die het bestaande kunnen omkeren en die perspectief openen op een nieuw begin.

In het verhaal wordt door Jezus het gist of zuurdesem van de farizeeën tegenover de werking van de geest geplaatst. De farizeeën hebben kennelijk op alle vragen een antwoord. Net zoals de catechismus dat had, en voor sommigen nog heeft. Maar op de meest wezenlijke vragen hebben ze geen antwoord: namelijk op de vragen van het leven zelf. En ook niet op de vraag hoe om te gaan met wat jou in je leven overkomt. Om een weg te vinden in situaties van moeizaamheid, lijden of depressie, onderdrukking, heb je niets aan kant en klare antwoorden uit een boek, dan is er iets anders nodig. Dan heb je geestkracht nodig. Geestkracht zoals van den beginne, die in staat is uit chaos en leegte weer leefbaarheid te scheppen. Die Geestkracht is nodig en dat is wat anders dan kant en klare oplossingen, antwoorden, regeltjes die zeggen hoe het allemaal in elkaar zit.

En toch zijn er altijd weer stromingen die zich vastklampen aan de letter in plaats van mee te bewegen met de geest. Vasthouden aan de letter schept duidelijkheid, trekt harde lijnen, geeft soms ook houvast. Maar veel vaker doodt de letter het leven. Niet zelden is macht en status quo gebaat bij de letter en juist niet bij de geest. Die geest waait immers waar ze wil. Daar heb je geen greep op. In de tijd van Jezus was de coalitie van de letter maatgevend en aan de macht. En dag na dag strooiden ze hun letters met ondraaglijke lasten over de mensen uit en knepen ze, net zoals de Romeinen dat deden, het leven uit het voLukas

En ook menigeen in onze eigen traditie kent nog de tijd van de geloofsleer en dogma’s. Een route die sommige kerkelijke instituten nog steeds hanteren, of weer opnieuw en dan heet het alfa-cursus of missionaire kerk. Nieuwe woorden maar veelal dezelfde retoriek: de mensen moeten wel weten hoe het zit, wat ze moeten geloven, welke regels hier van kracht zijn.

Wees op je hoede voor het gist van de Farizeeën! Laat je daar niet door inpakken. Want Pasen is opstanding, is juist herinnering aan wegtrekken uit alles wat het leven doodmaakt.  Maar het lastige is dat dat gist, dat zuurdesem van de Farizeeën waar Jezus over spreekt, alles doordringend is en dat die oude retoriek van weten hoe alles in elkaar zit, die dogma’s van dit mag wel en dat niet, van God die alles ziet en je zal oordelen en die gist van een verstikkende geloofsleer, dat dat gist in al je vezels gaat zitten en er nog maar moeizaam uit is te krijgen. Soms is er heel veel geestkracht nodig om de stemmetjes van het gist dat zich in onze vezels heeft vastgezet de mond te snoeren. Of om ze op z’n minst te herkennen als hun stemmen klinken en de kracht te hebben om te zeggen ‘o ja, daar is die weer, daar heb ik nu niets aan, die parkeer ik nu even’.

Geestkracht, dat is wat nodig is, die is in staat om je op het juiste moment de juiste woorden te geven. Maar waar vind je die geestkracht? Is dat iets dat je ontvangt? Is het iets van buitenaf? Of juist van binnenuit. Voor de bijbelse verhalen zijn het woorden van buiten die je raken in je diepste menszijn en die vervolgens vanuit die innerlijke diepte geestkracht wekken, geestkracht vrijmaken als het ware. Het is dus beide; een wisselwerking tussen buiten jezelf en in jezelf. Want enerzijds zijn het jouw vragen en is het jouw leven en tegelijk zijn het de vragen van ieder mens en in ieders leven. En die collectiviteit die in jouw eigen vragen schuilt is terug te vinden in oude geschriften. De menigte verdringt zich om van Jezus nieuwe woorden te horen die richting geven. En vervolgens zijn de nieuwe woorden van Jezus de oude bestaande woorden van Mozes, profeten en geschriften. Kennelijk had hij de sleutel gevonden om ‘hun verstand te openen om die oude woorden weer te kunnen verstaan en te kunnen begrijpen (Lukas 24,45)

3.
En dan staat er iets interessants in de tekst. Ik weet niet of het u is opgevallen: ‘Ieder die een kwaad woord spreekt over de mensenzoon het zal hem vergeven worden, maar wie de heilige geest belastert hem zal niet vergeven worden. ‘.(Lukas 12,10). De heilige geest belasteren dat is geen waarde hechten aan die oude woorden, dat is verloochenen en bespotten dat een nieuw begin mogelijk zou zijn. Wie dat doet lijkt reddeloos verloren. Die blijft vastzitten in het bestaande, en zal niet in staat zijn tot opstandigheid, tot opstanding.

Maar minstens zo interessant is wat Jezus daarvoor zegt: ‘Ieder die een kwaad woord spreekt over de mensenzoon het zal hem vergeven worden’. Hoe vaak staan we te wachten op de reddende engel? Hoe vaak klampen we ons niet vast aan iemand in de hoop of de verwachting dat die alles voor ons zal oplossen? En hoe vaak horen we niet hoe fout dat kan aflopen? Dat de ander bezwijkt onder de verwachtingen, dat de ander verstikt en verstrikt raakt in de last die hem opgelegd wordt. En nog veel vaker horen we hoe fout het gaat omdat er een situatie van afhankelijkheid wordt gecreëerd, ongelijkheid, machtsverhoudingen ontstaan, met te vaak alle gevolgen van dien. Redders die zich met de mantel van de redding omhullen, goeroes die misbruik maken van hun macht. Die dan kinderen met autisme hoop op redding gaan geven via gebedsgenezing, zoals Tom de Wal en zo velen met hem. Of allerlei grensoverschrijdend gedrag, tot aan seksuele intimidatie aan toe.

Duizenden stromen samen om hem te horen. En voor je het weet staat daar iemand die de taal van het volk spreekt, die de onderbuik in beroering brengt en die zegt wat velen denken maar niet durven zeggen. Voor je het weet staat daar de sterke leider waarnaar verlangd wordt: hij zal het allemaal oplossen voor ons!

De mensenzoon daar mag je best over liegen, die mag je best ontkennen, zegt Jezus in het verhaal. Het lijkt erop dat Lukas duidelijk wil maken dat het niet om de persoon van die mensenzoon gaat (en voor Lukas is dat de persoon Jezus). Het gaat niet om de persoon, maar om de gestalte van de mensenzoon. En die gestalte wordt zichtbaar in de geestkracht die van hem uitgaat: blinden gingen zien, lammen lopen, er was brood voor de armen en het jubeljaar van recht en vrede brak aan. De gestalte wordt zichtbaar in Thora die gedaan wordt. 

Dus ren niet achter Jezus aan, klamp je niet aan hem vast, maar laat zijn woorden de geestkracht in jou wakker roepen. Dat is wat jou kracht van opstandig zal geven, dat zal jou de woorden geven die je moet spreken om in het verweer te komen tegen racistische praatjes, discriminerende grapjes, tegen de borrelpraat over de vreemdeling, en ja zelfs ook om woorden te vinden in de discussies over Gaza en Oekraïne. 

Mag het nog even Pasen zijn? Het is immers pas de achtste dag! Ja dat mag. En om ervoor te zorgen dat Pasen, dat opstandige opstandigheid in ons gebeuren kan, worden ons vandaag geestkrachtige woorden aangereikt die ons helpen om vast te houden aan deze wereld omgekeerd.

Zeg amen, dat het zo moge zijn.