Jezus in de woestijn

Jezus in de woestijn

Toespraak 5 maart 2023 door Franck Ploum

Serie: GIJ, BRON VAN LEVEN – WOESTIJN (2)

1.
Hij was ongeveer dertig jaar, toen Jezus gehoor gaf aan zijn roeping. Natuurlijk, we kennen de kindheidsverhalen en we kunnen ze plaatsen in de literaire verteltradities van eeuwen, maar het beetje dat we met enige mate van waarschijnlijkheid weten is allemaal pas van na zijn dertigste. Van voor die tijd weten we helemaal niets, maar koesteren we de verhalen. Die dierbare verhalen die geheel passen in de levenskeuze die hij na zijn dertigste maakte: de keuze om in de traditie van de Thora, een tsadik – een rechtvaardige dienaar Gods – te zijn.

Geboren in Bethlehem uit het geslacht van David, na het bezoek van de Magiërs op de vlucht geslagen voor onderdrukker Herodes, teruggeroepen uit Egypte en opgegroeid in Nazareth. Op z’n dertigste begint hij openbaar te spreken over het komende koninkrijk. En ze herkennen in hem een tsadik, een nieuwe koning in de lijn van de rechtvaardige David. Zo is het plaatje voor de evangelisten compleet. Immers: Koning David uit Bethlehem werd op zijn dertigste gekroond. En Mozes werd uit Egypte geroepen om het volk te bevrijden uit de slavernij van onderdrukker Farao. Jezus heeft zijn plaats gekregen naast de grote namen uit de traditie en spreekt met de mond van de profeten uit diezelfde traditie.

Baan de weg voor het koninkrijk van God, door recht te doen aan de armen, zieken te genezen, hongerigen te voeden en een jaar af te kondigen waarin alle schulden vereffend worden en de zwaksten recht wordt gedaan. Die stem heeft Jezus gehoord en daar heeft hij JA tegen gezegd. Hij laat zich dopen, als teken van een nieuw begin. Maar dan begint het pas.

2.
Ja ik wil! Ja ik zal! Ja dat ga ik doen! Ja zo zal het gebeuren en niet anders! Hoe vaak horen we onszelf dat niet zeggen, beweren en vol overtuiging betogen? Goede voornemens, grootse plannen, waarvan het grootste deel een paar weken later alweer uit ons geheugen is verdwenen. Maar soms zijn keuzes meer dan goede voornemens, soms gaan ze dieper, fundamenteler, raken ze aan ons bestaan, aan wie en wat we willen zijn. Soms worden we aangeraakt door iemand, door iets, door een ideaal, een droom, een visioen, en we zeggen er volmondig JA tegen. Je gaat een relatie aan, kiest voor een beroep of studie, je voelt je geroepen om een bepaalde weg te gaan of het voortouw te nemen in de realisatie van een ideaal. De energie die vrijkomt na zo’n keuze is vaak enorm. Denkkracht, geestkracht, enthousiasme en engagement zonder grenzen. Zo lijkt. Want dan heb je JA gezegd, je bent op weg gegaan, hebt gekozen en dan begint het pas. Voor je het weet komen ondanks alles toch de eerste vragen: Was dit nu echt wat ik wilde? Ga ik dit wel volhouden? Gaat het me brengen wat ik er van hoop? De, soms harde, realiteit dringt zich aan je op en de vraag ‘waar ben ik aan begonnen’ wint – of je wilt of niet – terrein. En een heel belangrijke vraag is dan ook altijd: als ik hier ‘ja’ tegen zeg, waar zeg ik dan ‘nee’ tegen?

Hoe dicht roeping en beproeving bij elkaar liggen bewijst het verhaal van Jezus die onmiddellijk na zijn doop de woestijn in trekt en bezocht wordt door de satan. In het verhaal van de doop komt zijn eenduidige JA tot uitdrukking. In de woestijn treffen we een eenzame en uitgehongerde aan die zijn roeping aan de wilgen wil hangen.

In dit proces van overtuigend JA zeggen en later door twijfel overmand worden, staat Jezus niet alleen. In zijn doop vertegenwoordigt hij alle mensen die gekozen hebben om de weg van God te gaan. In de woestijn gedreven, omringd door stenen en wilde dieren, is hij iedereen die JA zegt, maar daarna bloot staat aan de verzoeking om het op te geven. Niet meer kunnen, niet meer willen, het niet meer zien zitten. Er komt een moment in je leven waarop dit gevoel de overhand krijgt. Hoe sterk je roeping of je levenskeuze ook is, hoe bewust en weloverwogen je JA tegen een bepaalde keuze ook was, plotseling komt toch dat moment, dat je denk bij jezelf: wie ben ik, wat heb ik me ingebeeld, waar ben ik aan begonnen? Was wat ik wilde wel reëel, was mijn intuïtie juist? Was mijn keuze wel echt?

Het is precies op die momenten dat de twijfel toeslaat en je als het ware in twee stukken scheurt, aan de ene kant je volmondige JA en aan de andere kant alle andere opties die juist door dat volmondige JA geen optie meer zijn. Op die momenten hoor je van alle kanten tegenstemmen: dat het inderdaad geen zin heeft, dat er geen beginnen aan is, dat jij je maar wat inbeeldde toen je op de vraag in bent gegaan. Over die twijfel, die je in twee of meer stukken scheurt en die je in verwarring brengt, daar gaat het verhaal van Jezus in de woestijn over.

3.
In zekere zin is de woestijn de plek waar je herinnerd wordt aan waar je vandaan komt, aan je oorspronkelijke situatie. In het verhaal van Jezus in de woestijn is het een herinnering aan hoe het er in de wereldorde aan toe gaat. Die wereld waar Jezus met beide benen in staat, maar waar hij uit wil wegtrekken om het koninkrijk Gods, die nieuwe wereld te realiseren. Wat is die wereld waar Jezus in staat? De wereld van Romeinse bezetting, van onderdrukking en onvrijheid. Het is ook de wereld van de vergeten idealen, een tempel-elite die de oren laat hangen naar de bezetter, en wereld van corruptie, macht en machtsmisbruik, van velen arm en enkelen rijk. Zucht: is er eigenlijk iets veranderd?

Drie idealen worden Jezus voorgehouden, idealen verbonden met de heersende wereldorde tot op vandaag. De eerste is de macht over de economie: maak brood van deze stenen. Wie de economie in handen heeft zit aan het stuur van de samenleving. Een samenleving van consumptie en geldvermeerdering. Een samenleving ook die in heel wat gevallen afhankelijk geworden is van de stuurlui: de oligarchen, de multinationals met hun marketingmachines, de Tech-reuzen met hun algoritmes. Het is dat type economie dat altijd weer gaswinsten boven mensen zal stellen en winstmaximalisatie boven het welzijn van bewoners. En de verleiding om toch een graantje mee te pikken, een paar aandelen te nemen in fossiel en wapens want dat levert nu zo lekker op in de aandelenportefeuille.

Maar de mens leeft niet van economie, van brood alleen. Geeft Jezus ten antwoord. Er is ook nog zoiets als de economie van het genoeg, de kracht van het delen, een economie die uitgaat van eerlijke verdeling en voldoende voor allen. Dat ius wegtrekken uit de gangbare orde.

En daarmee komt het tweede ideaal: politieke macht. In een flits krijgt Jezus alle koninkrijken van de bewoonde wereld te zien. Die bewoonde wereld is in Jezus’ dagen in handen van Rome en zijn keizer. Een politiek van pracht en paal, macht gebaseerd op bruut geweld en onderwerping. Een politiek die we in de huidige bewoonde wereld overal terugzien. Van Poetin tot Assad die bedenken dat ze zelf worden aangevallen en daarom oorlog gaan voeren. Van Iran die haar ogen sluit voor groepen die meisjesscholen volpompen met gif en van IS die meisjes en vrouwen alle rechten ontneemt. En in ons land is het de politiek van verdeel en heers. In onze dagen een politiek van partijen die van crisis naar crisis hobbelen, een premier die geen verantwoordelijkheid neemt voor een toeslagenaffaire, een gasdrama in Groningen. Een overheid die gaat procederen tegen haar bewoners ook al weten ze dat ze gelijk hebben.

Alleen God-bevrijder wil ik dienen en dat is een God van humaniteit en mensenrecht. Hij wil weg van deze politieke orde en weet dat wie zich inlaat met wat gangbaar is, marionet wordt van de tweedrachtzaaier.

Macht bezitten, mensonterende heerschappij uitoefenen, daarbij helpt het als je niet alleen de economie en de politiek beheerst, maar ook nog de religieuze macht in handen hebt. Religie is een krachtig wapen als het in verkeerde handen komt. Religie heeft de macht om mensen naar je pijpen te laten dansen. Religie is hét voertuig om mensen, vooral mensen in het nauw, in armoede en uitzichtloosheid, te laten doen wat jij wilt. ‘God wil het’ riep de paus op de vooravond van menig kruistocht. ‘God bles America’, roepen de Amerikaanse presidenten. ‘God wil een groot en sterk Rusland’, verkondigt de Patriarch. 

‘Stel God niet op de proef!’ zo pareert Jezus die derde beproeving. De nieuwe wereld is een wereld waarin elk segment, economie, politiek en religie, ten dienste staat van bevrijding van mens en aarde.

4.
Behalve over beproeving van buiten, over de verleidingen die vanuit de wereld waarin wij leven op ons toekomen gaat het verhaal van de ontmoeting met de satan ook nog over andere zaken. De satan is in de bijbel een personage dat geregeld voorbijkomt. Maar wie is die satan eigenlijk? Is dat altijd iemand buiten mijzelf? Is dat de grote boze wereld, de slechte omstandigheden waardoor ik word belemmerd in mijn keuzes of mijn roeping? Of ben ik het misschien ook zelf?

De confrontatie tussen Jezus en de tweedrachtzaaier is ook het gevecht tussen de twee kanten in ieder mens. We kennen allemaal onze kracht, maar ook onze zwakte. Ons visioen, maar ook onze verleidingen. En als die laatste de overhand krijgen dan moet je sterk in je schoenen staan om overeind te blijven. Jezus wil alle gerechtigheid volbrengen, maar diep in hem verborgen zit ook het perspectief van een andere weg. De tweedrachtzaaier is de verpersoonlijking van die andere weg.: betover de mensen met je wonderen, dwing God om te bewijzen dat hij van je houdt, sluit je aan bij de machthebbers en zie een geslaagd, succesvol en rijk leven tegemoet.

Die verleidingen, die worsteling zullen we allemaal op onze eigen manier herkennen. We kennen onze keuzes, onze volharding, onze mislukkingen, onze gebroken beloftes. En we kennen ook allemaal de prijs van volharding. Er zullen veel momenten zijn waarop je levenskeuzes moet bevechten. In het verleden, tot op vandaag. Momenten waarop je bezocht werd door tweedracht zaaiende krachten, natuurlijk altijd wanneer je verzwakt en eenzaam was, op momenten waarop je je leven hebt ervaren als een woestijn.

5.
Gelouterd en gesterkt, gepijnigd en geknecht, komt hij de woestijn uit, en sterker dan ooit heeft hij gekozen om niet te eten van satans brood, maar van het brood van de Thora. Jezus kiest een andere weg: de weg van de vrijheid. Hij wil zich niet met handen en voeten binden aan de aardse wetten, aan de nukken van de tweedrachtzaaier. Want we weten: binnen die wetten is niets voor niets, alles heeft z’n prijs. Zijn openbare optreden gaat beginnen.

Met psalm 119 zegt Jezus: ‘Mijn voeten hield ik af van ‘t slechte pad: ik wou uw woord bewaren.
En uit uw richting buigt mijn weg niet af: Gij onderricht mij.’

Dat het ook ons mag lukken. Dat het ook voor ons zo moge zijn