Lijdensvoorspellingen

Lijdensvoorspellingen

Toespraak 4 februari 2024 door Franck Ploum

Serie: Een jaar lezen uit Lukas (11)

Gelezen: Lukas 9,18-27

1.
Tijdens mijn studie journalistiek was er een docent wiens broer docent middeleeuwse kunstgeschiedenis was aan de Universiteit van Utrecht. In het kader van een college over ‘onderzoek en achtergrondverhalen’ vertelde hij dat zijn broer aan eerstejaars studenten de vraag stelde: ‘Wie is Christus?’ Er viel een ijzige stilte in de collegezaal. Terwijl hij zich hardop afvroeg hoe hij in godsnaam middeleeuwse kunstgeschiedenis moest doceren aan studenten die niet wisten wie Christus was. Deed een van de studenten ene poging en zei vragend: ‘De broer van Jezus?’.

Wie is Jezus? Dat is een van de centrale vragen in het Lukasverhaal over Jezus. De vraag komt regelmatig aan de orde: ‘Wie is hij dat zelfs de wind naar hem luistert?’ (Lk 8); Wie is hij dat hij zonden vergeeft?’ (Lk 7); Wie is dat over wie ik al deze dingen hoor? (Lk 9) vraagt Herodus zich af. Maar nu zijn het niet anderen die de vraag stellen. Nu stelt Jezus zelf de vraag: ‘Wie zeggen de menigten dat ik ben?’ En vervolgens de onontkoombare vraag aan de leerlingen: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat ik ben?’. ‘De messias van God’, antwoordt Petrus.

De Messias, dat is een woord met een behoorlijk lading. En hoewel we er hier in de ekklesia niet zuinig mee zijn, is het toch goed om het er nu maar eens over te hebben. Want wordt Jezus in onze christelijke traditie niet vooral ‘de Christus’ genoemd? En de vraag wordt ook wel eens gesteld: waarom niet gewoon Christus, dat betekent toch hetzelfde? Inderdaad, christus als Griekse vertaling van het Hebreeuwse messias dat gezalfde betekent. Taal technisch is dat zeker hetzelfde, maar in de traditie zijn beide woorden een geheel eigen weg gegaan. Het woord christus roept iets heel anders op dan het woord messias. Bij christus denken wij (enkele studenten uitgezonderd) onmiddellijk aan Jezus. Het is bijna een familienaam geworden! Er is geen andere christus dan hij en het is aan zijn persoon gekoppeld en aan geen ander. En precies daar zit het punt: de betekenis van ‘messias’ is juist niet aan één persoon gekoppeld!

In de bijbel staat het begrip ‘messias’ op de eerste plaats voor een roeping, een opdracht, een manier van leven. Messias-zijn is een weg die je moet gaan. Het gaat dus niet om de persoon, maar om een gerichtheid op ‘deze wereld anders’, door Jezus koninkrijk van God genoemd. Dat betekent dat het begrip messias niet alleen gaat over religie of godsbeelden, maar ook over gerichtheid op een andere inrichting van deze samenleving, deze wereld. Messiaanse toekomst gaat over een andere economie, andere politiek, een einde aan de machtsverhoudingen. Waarom? Omwille van bevrijding uit alle slavenhuizen en alle vormen en uitingen van onderdruking.

Ons begrip christus is volledig losgeweekt van het joodse messias. Christus is een gestolde geloofsbelijdenis geworden, zo zelfs dat hij niet meer de gezalfde van God is, maar dat de gezalfde en God met elkaar zijn gaan samenvallen: Jezus is God. Met die laatste stap is Jezus volledig ont-joodst. En dat is een kwalijke zaak. En het heeft de meest verschrikkelijke gevolgen gehad.

2.
Lukas en de andere evangelieschrijvers noemen Jezus de gezalfde, niet omdat hij het per definitie is, maar hij krijgt deze titel om wat hij deed, wat hij teweegbracht. Omdat ze in hem herkenden de gestalte van die andere grote namen: Elia, Mozes en alle oude profeten. Ze zijn in hem weer opgestaan. En de vraag is of ze ook in ons op zullen staan. Want dat is de consequentie van de terugkeer naar het begrip messias en de messiaanse toekomst die daarmee verbonden is, dat het geen exclusiviteit meer heeft en dus ook over ons gaat. Over onze keuzes, onze levensweg, onze inzet voor dat koninkrijk van God. De komst van de messias geschiedt in het bijbels verhaal niet zonder dat er ook messiaanse mensen zijn. Niemand is messias alleen.

En jullie, wie zeggen jullie dat ik ben? Op het antwoord dat Petrus geeft, horen we een wellicht merkwaardige reactie van Jezus. ‘Zeg het tegen niemand’. Zou je het niet juist van de daken willen schreeuwen? Kennelijk zijn er redenen om dat niet te doen.

Zoals alle evangelisten schrijft ook Lukas met de vernietiging van Jeruzalem en tempel nog vers in het geheugen. Hoe heeft dat kunnen gebeuren? Onder andere doordat diverse messiaanse groepen het met elkaar aan de stok kregen. Niet zelden werden messiaanse bewegingen ook in verband gebracht met onlusten: een nieuwe wereld, desnoods met geweld! Die burgeroorlog tussen messiaanse groepen in Juda leidde uiteindelijk tot een invasie van Romeinse legers en de totale vernietiging. Het begrip messias en messiaanse toekomst was besmeurd en besmet geraakt. Het stond in een niet al te best daglicht in de tijd dat Lukas zijn verhaal opschrijft. Mensen waren er bang van. Messiaanse bewegingen hadden enkel dood en verderft op gang gebracht en geen nieuwe tijd. En wat zou het oproepen als Romeinse overheid zou opvangen dat er weer een messiaanse groep is opgestaan? Het waren duistere tijden, waakzaamheid was geboden.

Duistere tijden waren het. Duistere tijden zijn het. Waakzaamheid is geboden. Bij onze oosterburen gaan mensen massaal de straat op, ze voelen dat zich iets aan het ontwikkelen is waarvan gezegd werd dat men het nooit meer wilde. Waakzaamheid is geboden! En toch is het opvallend rustig in ons land. Ook bij ons?

We leveren als land materialen waarmee Gaza wordt uitgemoord. Woensdrecht speelt opnieuw een sleutelrol. En we zien die oorlog zich als een olievlek over het Midden-Oosten verspreiden. En dan die andere grote oorlog in Oekraïne. De roep om te stoppen met het opnemen van mensen uit Oekraïne klinkt in de Tweede Kamer bij een van de partijen die meedenkt over een nieuwe regering. Een regering met wellicht als leidende figuur iemand die tweespalt en haat tot debatkunst heeft verheven. Wordt het niet tijd om waakzaam te worden met elkaar?

Nederland, Duitsland, Italië, Hongarije, zelfs Scandinavische landen verschieten van kleur en verliezen hun sociale gezicht ten gunste van angst, gesloten grenzen, en vooral: het wegzetten van groepen en uitspelen van mensen tegen elkaar. Wordt het niet tijd om waakzaam te worden. Is het niet langer naïef om te denken: ‘laat Wilders het maar proberen, dan zien we wel dat het niet gaat werken?’ Zijn we dat station niet al gepasseerd in Europa? Hebben we niet eerder messiaanse mensen nodig? Waarom? Omwille van bevrijding uit alle slavenhuizen en alle vormen en uitingen van onderdrukking vandaag!

3.
Maar denk eraan: als jij een messiaanse geest hebt, als jij deze wereld wilt bevrijden van de bekende machtsstructuren, dan loop je gevaar. Dan wacht het lijden op je. Die lijdensvoorspelling van Jezus is geen goddelijk weten, dat is geen ‘hij wist het al bij zijn geboorte’, nee dat is om je heen kijken, zien wat er gebeurt, het is het kennen van je traditie. Een traditie die met psalm 34 zegt dat het lijden van de rechtvaardige groot is. Want dat is zoals het in deze wereld gaat. Dat zien we gebeuren, dat kwetsbaarheid wordt afgestraft en de onrechtvaardigen, de tweespalt, de haatzaaiers het hoogte woord hebben en voor je het weet op het pluche zitten. Waakzaamheid is geboden. Waakzaamheid en messiaanse kracht.

Want hoe begonnen we deze viering ook alweer? Gerechtigheid is onsterfelijk, het is het onrecht dat de dood binnenhaalt en eraan kapot zal gaan. (Wijsheid 1, 15-16). Dat lijkt in tegenstelling tot wat we om ons heen zien. Maar daarin zit nu juist de messiaanse weg verborgen. Die wordt zichtbaar waar mensen tegen al het kwade dan hen omringt blijven kiezen voor wat echt is en waarachtig, wat goed is en tot vrede strekt. Daaraan vasthouden, ondanks alles, is je leven redden. Meegaan met wat er op dit moment gaande is om ons heen, of je ogen sluiten voor de tekenen van de opkomende natiestaat met alle gevolgen van dien, dat is je ziel verloren laten gaan, je vervreemden van jezelf, dat is jezelf beschadigen, losraken van wie je ten diepste bent: een geroepen mens, uitgenodigd om een messiaanse weg te gaan. Tegenstem in deze tijd, vertegenwoordiger van een toekomst die komen zal: deze wereld nieuw. Al kost het je alles.

Grote woorden. Maar er is dan ook alle reden om ons grote zorgen te maken. En tegelijkertijd ons niet neer te leggen bij die dodelijke feiten. Dat doen we niet door de christus te verheerlijken en te aanbidden, maar dat doen we het best door in zijn messiaanse schoenen te gaan staan en in beweging te komen. En dan maar te zien of er wel of niet gebaande wegen zijn en hoe ver we moeten gaan. En wellicht belangrijker nog: met hoeveel we zijn. Wie weet een stoet zonder einde en getal. (VL381 – Hoe ver te gaan). Dat zou een droom zijn! Een visioen om aan vast te houden!

Zeg Amen dat het zo moge zijn.