Zonnelied

Zonnelied

Toespraak Franck Ploum – 2 oktober 2022

Gij, Bron van Leven – Aarde (1)
Gelezen: Psalm 148

1.
Franciscus van Assisi is onlosmakelijk verbonden met het thema aarde en schepping. Zijn pacifistische levenshouding, van waaruit hij stelde dat de leden van de Orde ‘niet zullen grijpen naar dodelijke wapens en die ook niet met zich meedragen, tegen niemand.’, gaat niet alleen over mens en medemens, maar omvat heel de schepping en al wat is.

Die pacifistische levenshouding jegens al het geschapene droeg Franciscus uit in een tijd, begin dertiende eeuw, waarin om het minste of geringste naar de wapens werd gegrepen. Al ruim honderd jaar woedde er een uitzichtloze strijd tussen christelijk West-Europa en de islamitische wereld om het bezit van Palestina en de heilige plaatsen in Jeruzalem. Het is de tijd van de kruistochten, die inktzwarte bladzijde in de betrekkingen tussen christendom en islam. Kruistochten hadden niet zo zeer een religieus doel, maar een economisch: de ontsluiting van en toegang tot de scheepvaartroutes rondom het Midden-Oosten om zo de economische expansiedrang van het Christelijke Westen te realiseren. Die wens werd religieus gemotiveerd en geduid om mensen mee te krijgen en zich ervoor in te zetten: lees zich ervoor op te offeren.

We horen deze dagen dezelfde retoriek. De aanvallen op Oekraïne, de annexatie van oostelijke regio’s wordt geduid als het herstel van een historische fout, als een van god gewenste situatie van een verenigd Rusland. De patriarch en de president staan hand in hand om het volk een politiek en religieus rad voor ogen te draaien, met alle gevolgen van dien.

Franciscus was tegen geweld, tegen oorlogsgeweld en dus ook tegen de kruistochten. In de latere biografieën, op pauselijk bevel geschreven, wordt dit angstvallig verzwegen. Want je keren tegen de kruistochten was ketterij. En een heilige als Franciscus wil je niet in de verdomhoek van de ketterij zien.

2.
Een pacifistische levenshouding die groter is dan je medemens. In de tijd van Franciscus stonden aarde en schepping in niet al te best daglicht. De schepping moest onderworpen worden, beteugeld. Met het scheppingsverhaal in de hand, de goddelijke motivatie en goedkeuring, moest de aarde veroverd en overwonnen worden. Franciscus kende de angsten van de mensen. Voor de onbeheersbare krachten der natuur, voor armoede en voor oorlog. Hij wilde mensen leren die angsten te beheersen. Het beroemde verhaal over de Wolf van Gubbio past hierin. Maar ook het Loflied van de schepselen is een goed voorbeeld waarin Franciscus mensen op een andere manier naar de schepping wil laten kijken en een andere omgang met de aarde wil bewerkstelligen.

Franciscus schreef het Loflied van de schepselen, vooral bekend als het Zonnelied, toen hij aan het eind van zijn leven al ernstig ziek was en verbleef in het klooster van San Damiano, onder de zorg van Clara. Het gezag over de beweging die hij in het leven had geroepen, was reeds aan hem onttrokken. De officiële kerk had die beweging ingelijfd, buiten hem om, maar met medewerking van verschillende broeders. Die radicale armoede mocht wel een paar tandjes minder, en die pacifistische praatjes pasten ook niet al te goed in de toenmalige kerkelijke oorlogsretoriek.

Het Zonnelied is Franciscus’ kolossale, geestelijke testament voor heel de mensheid (Alex van Heusden). Hij wilde ons, mensen, leren ons te verzoenen met al wat bestaat, en te leven in vrede. De angst over boord te zetten en terug te keren naar de bron, waarin alles een is en in eenheid met elkaar verbonden.

Wees geprezen, Allerhoogste, door onze zuster, moeder aarde, die ons voedt en leidt, die allerlei vruchten voortbrengt, bonte bloemen en planten.

Wees geprezen, Allerhoogste, door broeder wind en door de lucht, bewolkt of helder, en ieder jaargetijde, door wie Gij het leven van uw schepselen onderhoudt.

U hoort het goed, geprezen ‘DOOR’, wij zongen ‘geprezen om’ en dat is in de meeste zonneliederen die we kennen zo en ook in veel vertalingen van de tekst. Maar er staat echt ‘door’. Het is niet ons loflied, waarin wij danken voor de zon, nee het is de zon zelf, de maan zelf, de wind zelf die God dankt. Het is dus als het ware een kosmische liturgie, waarin alle onderdelen van de schepping God loven en danken voor hun bestaan. En dan zie je ook goed hoe het zonnelied rijmt en door Franciscus geïnspireerd is op psalm 148.

3.
Maar nog opvallender is wellicht dat Franciscus de medeschepselen aanduidt als broeder, zuster en moeder. Het is de ervaring van relatie, onderlinge verbondenheid. Voor hem is God de bron die bewerkt dat je als mens universele broeder- en zusterschap kunt ervaren met al wat leeft en al wat is. Franciscus wordt dus als het ware uit zijn menselijke cirkel en zijn menselijk denken getrokken om zich te kunnen verbroederen met andere schepselen. Er ontstaat een diepe, mystieke verbondenheid: alles in allen. Een diepe verbondenheid, die geworteld is in God.

De bevrijdingstheoloog Leonardo Boff zegt dat een dergelijke verbondenheid alleen mogelijk is door middel van een diepe onthechting en van een ononderbroken inspanning ervan af te zien dingen te willen bezitten, zich toe te eigenen en erover te heersen (Boff, Tederheid en kracht). En dat lijkt voor ons vandaag precies de opdracht, dat we leren de loutere aandacht voor zelfverwerkelijking te weerstaan omwille van het voortbestaan van die hele schepping, het voortbestaan van moeder aarde en al die broeders en zusters die daarbij horen, inclusief ons eigen voortbestaan. En dat is voor ons niet eenvoudig. Net als Franciscus moeten ook wij uit onze eigen cirkel stappen, onze eigen manieren van denken en handelen. Want daarin schuilt steeds weer eigen belang, hebzucht, angst om welvaart kwijt te raken, opgebouwde rechten te verliezen, rijkdom te moeten delen, angst dat we iets van onze privileges op moeten geven omwille van medeschepselen. En dus schuiven we klimaatproblemen voor ons uit, al decennia, en dus houden we vluchtelingen liever buiten de deur, tot aan mensonterende situaties in ons eigen land aan toe, en daarom kunnen we vaak niets met een pacifistische levenshouding want we hebben veel te verliezen en dus moet er veel verdedigd worden, ten koste van veel, zo niet alles.

4.
In de tijd van Franciscus leefden mensen in angst, angst voor ziekte, angst voor oorlog, angst voor de weerbarstigheid van de schepping met haar gedonder, watergeraas, vuur uit de hemel en haar vernietigende kracht. Ook vandaag leven velen weer met angst voor de schepping. Angst voor de aarde die kreunt en steunt alsof ze op haar laatste benen loopt. Angst voor de aarde die lijkt op te eisen wat haar ontnomen is, met metershoge golven in Pakistan, met gerommel en geraas uit de diepten en met een warmtekracht die op veel plekken tot Zuid-Europa aan toe de woestijn laat oprukken en hele gebieden onleefbaar maakt of zal maken.

Paus Franciscus zegt in zijn encycliek Laudato Si’, over de zorg voor ons gemeenschappelijk huis: ‘Onder de armsten en meest uitgestotenen bevindt zich ook onze moeder zuster aarde.’ En het zijn juist ook onder ons weer de armsten die de hoogste prijs betalen voor wat wij de aarde aandoen. De rijkste 1 procent stoot ruim twee keer zoveel CO2 uit als armste helft van de wereldbevolking, maar de armsten betalen wel de hoofdprijs.

5.
Wanneer je als mens al het geschapene aanduidt met broeders en zusters, moeder, dan zeg je daarmee dat je er innerlijk en diep mee bent verbonden. Er is sprake van een familiaire band tussen ons en de aarde. Onze verbondenheid, onze verwevenheid tot in de diepste vezels is geen keuze, het is een gegeven. Maar zijn wij in staat om die diepe innerlijke verbondenheid te ervaren? Dan pas kunnen we namelijk werken aan wat paus Franciscus ‘integrale ecologie’ noemt, om de ondergang van de aarde en onszelf te keren. Dan pas kan er weer gewerkt worden aan universele solidariteit en kunnen we loskomen van de angst voor verlies, angst voor de vreemde ander, angst om kwijt te raken wat we als ons eigendom beschouwen. Maar als we het goed bezien is wat we als ons eigendom beschouwen, veelal in ons bezit is ten koste van een ander, ten koste van de armsten, en ook ten koste van de aarde. De aarde die wordt leeggeroofd en vernietigd en die als onze moeder, broeder, zusters wacht op mensen die weer geloven in een pacifistische levenshouding die niet alleen de mensheid omvat, maar heel de schepping.

Dat wij die mensen mogen zijn. Zeg amen, dat het zo moge zijn.